1926
In 1926 ontdekte Professor Fred C. Koch (1876-1948) van de University of Chicago, samen met zijn student Lemeul C. McGee (1904-1975) het testosteron, dat hij extraheerde door twintig kilo stierentestikels te stomen met alcohol, aceton en benzeen. Het leverde hem twintig milligram op van een substantie waarvan hij dacht dat het het mannelijk sexhormoon was. Om dat te bewijzen ïnjecteerde hij het product bij een gecastreerde haan en na twee weken nam de kapoen het uiterlijk en het gedrag aan van een haan. Een herhaling van het experiment leverde dezelfde resultaten op. In 1929 verfijnden Koch en dokter Thomas F. Gallagher de originele techniek, waarbij ze een veel grotere hoeveelheid van het mysterieuze hormoon konden halen uit vijfhonderd kilo testikels. Om te bewijzen dat het hormoon ook werkte bij mensen, voerde Koch daarna, samen met dokter A.T. Kenyon, experimenten uit op een eunuch. De resultaten lieten er geen twijfel over bestaan, het mannelijk geslachtshormoon bestond wel degelijk.
1927
De Amerikaanse scheikundige Gordon Alles (1901-1963) bedacht de naam amfetamine, die hij uit de verouderde naam alfa-methylfenetylamine had afgeleid.
1928
Een citaat van de Duitse dichter, schrijver en regisseur Bertold Brecht (1898-1956):
"De grote sport begint daar waar ze al lang gestopt is met gezond te zijn."
Tijdens de Olympische marathon van Amsterdam gebruikten enkele nationale ploegen de analeptica Cardiozol en Coramin. Omwille van hun verkwikkend effect werd uitputting uitgesteld.
Heel wat sportorganisaties verboden het gebruik van prestatiebevorderende middelen en hadden zeer strikte sancties voor diegenen die betrapt werden. De International Amateur Athletic Federation was het eerste bestuursorgaan dat de situatie ernstig nam en dat een dopingverbod opnam in haar statuten. In 1928 schorste het gedopeerde deelnemers, maar omdat er weinig tests beschikbaar waren moest op het woord van de atleet vertrouwd worden, die uiteraard nooit iets genomen had.
Op de Olympische Winterspelen van Sankt Moritz diende de Zwitserse sportarts en chirurg Wilhelm Knoll (1879-1958) het stimulerende middel Coramin toe aan skiërs.
1929
De Australische baanrenner Reggie McNamara (1888-1971) die in zijn 20-jarige loopbaan negentien zesdaagsen won wereldwijd, had steeds een koffertje bij, dat hij in het openbaar angstvallig gesloten hield en enkel achter de gordijnen van zijn tentje opende. Tijdens een van zijn zesdaagsen vroeg hij aan René Latour (1906-1986), sportjounalist voor de Franse krant 'Miroir du Sport', om de sleutel van het koffertje bij te houden. De journalist kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en opende het, hij was helemaal niet verbaasd dat het vol cocaïnetabletten zat.