De Italianen installeerden hun dopingcommissie.
De Raad van Europa omschreef doping als volgt:
"The administration to, or the use by, a competing athlete of any substance foreign to the body or any physiological substance taken in abnormal quantity or by an abnormal route of entry into the body, with the sole intention of increasing in an artificial and unfair manner his performance in competition."
of vrij vertaald:
"Het toedienen aan of het gebruik door een atleet van een lichaamsvreemde of fysiologische stof in abnormale hoeveelheden of via een abnormale toegangsweg in het lichaam, met als enige bedoeling om op een kunstmatige en oneerlijke manier zijn competitieprestaties te verhogen."
American Football
Kort na de gewichtheffers en de werpers startten ook de spelers van het American Football met anabole steroïden. In 1963 boden de 'San Diego Chargers' aan Alvin Roy (1920–1979) het allereerste contract van krachtcoach aan in het betaalde football. Als voormalig assistent-coach van het Amerikaanse Olympisch gewichtheffersteam was hij goed vertrouwd met anabole steroïden en dus introduceerde hij Dianabol ook in het American football. Een deel van de spelers beweerde niet te weten dat de kleine roze pillen naast hun bord anabole steroïden waren en voegden eraan toe dat ze beboet werden als ze de pillen weigerden te slikken.
Bodybuilding
In mei 1963 publiceerde het Amerikaanse tijdschrift 'Muscle Builder' dat de meest bekende bodybuilders hun uiterlijk niet enkel aan hard trainen en verstandig eten te danken hadden. Geruchten wilden dat Joe Abbenda (1939-) en Bill Pearl (1930-) Dianabol gebruikten, terwijl Tom Sansone (1935-1974) waarschijnlijk ook wel Dianabol gebruikte maar toch liever Nilevar. Het was de allereerste keer dat een in bodybuilding gespecialiseerd blad over anabole steroïden schreef, hoewel de redactie niet precies wist wat voor middelen het waren. Of deed alsof.
Voetbal
In februari 1963 werden zeven Napolitaanse spelers geschorst wegens doping. In juli volgenden vier spelers van FC Genua. Ze kregen spelverbod en de club moest negen miljoen Lire ophoesten.
De Engelse voetbalclub Everton FC speelde kampioen in het seizoen 1962-1963. Volgens een landelijk dagblad gebeurde dat met behulp van Benzedrine. Het blad citeerde keeper Albert Dunlop (1932-1990):
"Ik kan me niet meer herinneren wanneer we ze voor het eerst kregen aangeboden, maar ze werden uitgedeeld in de kleedkamer. We waren niet verplicht om ze te nemen, maar de meeste spelers deden het wel. Meestal waren het witte tabletten, maar een keer of twee ook gele. Eenmaal begonnen konden we er krijgen zoveel we wilden. Op wedstrijddagen lagen ze klaar en vrij vlug konden sommige spelers er niet meer zonder."
De club gaf toe dat ze pillen had uitgedeeld, maar dat ze waarschijnlijk geen schadelijke effecten hadden. Dunlop bekende echter dat hij eraan verslaafd was geworden.
Wielrennen
In 1963 moesten heel wat renners noodgedwongen de Ronde van Oostenrijk verlaten, onder hen de voltallige Oostenrijkse nationale ploeg. Bij een controle net voor de rit naar de Grossglockner werden amfetamines en ander stimulerende middelen gevonden in de truitjes van heel wat toprenners. Blijkbaar hadden de heren hun lesje niet geleerd, want zowel in 1964 als in 1965 herhaalde dit scenario zich.
De Italiaanse tijdrit 'Grand Prix de Forli' werd betwist van 1958 tot 1979. In de eerste edities was de strijd om de overwinning telkens een duel tussen de Fransman Jacques Anquetil (1934-1987) en de Italiaan Ercole Baldini (1933-). Anquetil won de tweestrijd driemaal, Baldini was vier keer de sterkste. Aan de vooravond van een van die edities gingen ze samen dineren en omdat ze nu eenmaal de sterksten waren spraken ze af om het dit keer zonder amfetamines te doen, enkel op spuitwater. Beiden hielden woord, maar reden 's anderendaags gemiddeld 1,5 kilometer trager dan de jaren voordien, waarop ze beslisten dat dit de laatste keer was.
De Duitse wielrenner Dieter Kemper (1937-2018), die vooral actief was op de baan, verklapte jaren later wat er in de jaren 1960 gebeurde in het peloton:
"In de jaren '60 verschenen de eerste renners met een verband rond de arm. Daaronder zaten opgetrokken spuiten die ze tijdens de wedstrijd naar believen leegspoten. Naast producten die meer adem moesten geven, werden ook anti-depressiva gebruikt. In die tijd was België het epicentrum van de doping, onze verzorgers en masseurs gingen er hun producten kopen. Er waren ploegen waar de renners hun broek lieten zakken voor de start om een spuit te krijgen. Ik heb zelfs een renner gezien die zichzelf inspoot doorheen zijn koersbroek. Later kwamen daar anabolica bij en producten die de spieren en het lichaam veranderden. Dat vrat aan je gezondheid. Een van de eersten die toen slikte was Günther Haritz. Ooit trapte die het midden in een wedstrijd gewoon af."