Op de Spelen van München werd het eerste anti-dopinglabo geopend, waarvan Manfred Dönike (1933-1995) de leiding had. Er werd enkel getest op amfetamines.
Op die Spelen circuleerden geruchten dat meerdere vrouwelijke Amerikaanse atleten anabole steroïden gebruikten en dat het gebruik ervan zich verspreid had onder sprinters en midden-afstand lopers, zwemmers, roeiers en nog heel wat andere sporters. Bovendien toonden statistieken aan dat het gewicht van kogelstoters tussen 1956 en 1972 met 14% was toegenomen, bij steeplechasers met 7,6%.
De Amerikaanse discuswerper Jay Silvester (1937-) deed een anonieme enquete bij honderd atleten uit de Verenigde Staten, Rusland, Egypte, Nieuw Zeeland, Canada en Marokko en daaruit bleek dat 68% van de Olympiadeelnemers anabole steroïden gebruikte, 61% met voorkennis en gedurende de Spelen zelf.
Atletiek
In een interview uit 2011 met het Duitse dagblad 'Frankfurter Allgemeine' openbaarde Richard Westerhoff (1930-), die op de Spelen de Duitse hamerslingeraars begeleidde, dat zijn atleten geen anabolica namen, maar vraten. De anabolica stonden rijkelijk uitgestald op tafel en ze waren er stellig van overtuigd dat veel ook veel opleverde. Bovendien nam niemand aanstoot daaraan.
Geruchten wilden dat de Rus Valerie Borzov (1949-), die goud won op de 100 en de 200m, dagelijks 35 mg Dianabol nam, een anabole steroïde diie toen nog niet kon opgespoord worden.
Basketbal
Na de wedstrijd tegen Joegoslavië testte Mickey Coll (1951-1972) uit Puerto Rico positief op amfetamines en daarom werd hij huiswaarts gestuurd.
Gewichtheffen
De Oostenrijkse gewichtheffer Walter Legel (1940-1999) had aan de amfetamines gezeten en mocht zijn biezen pakken. Hij nam deel aan de Spelen van 1960, 1972, 1976 en 1980.
Mohammad Nasehi (1944-) uit Iran werd huiswaarts gestuurd nadat bleek dat hij efedrine had gebruikt.
IJshockey
De Duitser Alois Schloder (1947-) moest de Winterspelen van Sapporo verlaten en kreeg achttien maanden schorsing wegens het gebruik van efedrine, die teamarts Franz Schlickenlieder hem had voorgeschreven. Later voor het gerecht kon hij zijn onschuld bewijzen en vier jaar nadien in Innsbruck was hij er opnieuw bij, dit keer als kapitein van zijn team.
Judo
Bakhvain Buyadaa (1946-) uit Mongolië won zilver in de categorie tot 63 kg maar werd gediskwalificeerd wegens het gebruik van caffeïne.
Wielrennen
Op de Olympische Spelen eindigde de Spanjaard Jaime Huélamo (1948-2014) als derde in de individuele wegwedstrijd. Maar later werd hij gediskwalificeerd omdat hij positief testte op coramine.
De Nederlander Aad van den Hoek (1951-) testte positief op Coramine. Eigenaardig genoeg was het geneesmiddel wel toegelaten door de Internationale Wielerbond, maar niet door het IOC.
Siegfried Denk (1951-1982) werd door de Oostenrijkse wielerbond levenslang geschorst, nadat hij Bernhard Pruski (1929-2018), de trainer van het nationale team, tijdens de Spelen beschuldigd had van doping. Pruski van zijn kant kreeg van de Oostenrijkse Bond opnieuw het volste vertrouwen. Kort na zijn 32ste verjaardag pleegde Denk zelfmoord.
Worstelen
De Zweed Per ‘Pelle’ Svensson (1943-2020) wilde bij de zwaargewichten kost wat kost goud halen in de Grieks-Romeinse stijl. In 1970 en 1971 had hij het WK gewonnen, nadat hij op de Spelen van 1964 zilver haalde en vier jaar later vierde was geëindigd. Hij had er alles voor over om zijn gouden droom waar te maken. Dus begon hij met het spuiten van testosteron.
"Na 12 spuiten testosteron voelde ik mijn energie verdubbelen, maar ook de negatieve effecten staken de kop op: nervositeit, slecht humeur, lever in slechte staat ... Gelijktijdig en zonder enige redenen kreeg ik een opeenstapeling van spierkwetsuren. Eerst scheurde mijn rechter deltaspier, daarna de linker grote rugspier. Ik was te sterk geworden voor mijn pezen en spiervezels... Vier maanden voor de Spelen van München, werd ik aan de grond genageld door een gescheurde kuitspier .... Dat had ik de achttien jaar voordien nooit meegemaakt. De gescheurde spieren genazen binnen de drie weken, maar ik bewoog me meer een meer bizar. Mijn omgeving dacht dat ik dronken was, maar door de testosteron functioneerde mijn lever minder goed, mijn elimineercapaciteiten waren sterk gedaald.“
Ondanks men de inspuitingen stopte, bleef Svensson de werking ervan ondervinden. Nadat hij in de voorronde van het Olympisch toernooi een moeilijke zege behaalde tegen het jonge Bulgaarse talent Khristo Ignatov (1953-), trof hij de Noor Tore Hem (1944-) in de tweede ronde, die hij vier jaar eerder in Mexcico nog moeiteloos had geklopt.
"Bij aanvang van de wedstrijd voelde ik een verschroeiende pijn in de rug, van onder naar boven tot aan de nek. Net of iemand met een heet strijkijzer te keer ging... Op slag was ik bewusteloos ... Toen ik bijkwam, lag ik op een massagetafel in de kleedkamer. Ik kon niet meer bewegen, mijn linkerarm en de linkerzijde van mijn borstkas waren dood. Onze delegatie-arts leunde over me heen en zei me dat mijn latissimus dorsi volledig gescheurd was, de Spelen waren gedaan voor mij."
Zwemmen
De Amerikaan Rick DeMont (1956-) won de 400m vrije slag en als grote favoriet plaatste hij zich ook voor de 1.500m. Hij mocht echter zijn valiezen pakken toen de dopingcontrole het gebruik van efedrine aantoonde. Als astmapatiënt mocht hij dat product gebruiken, maar de Amerikaanse medische staf had dit vergeten melden aan het IOC en dat kon niet.