Doping in de sport - 1990

Voor de behandeling van hypogonadisme werd een transdermale testeronpleister uitgevonden.

Vlak na nieuwjaar verscheen het officiële jaarbilan 1989 van dopinggevallen in Rusland. Bij interne controles werden 33 positieve gevallen ontdekt, waaronder 15 gewichtheffers, 5 body-builders, 2 snelschaatsters, 1 moderne vijfkamper, 1 wielrenner en 1 kogelstoter.

In de jaren 1990, waren niet alleen gewichtheffen en atletiek verweven met prestatiebevorderende middelen, het gebruik van anabole steroïden, groeihormoon en EPO vond men ook terug in hockey, zwemmen, fietsen, skiën, volleybal, worstelen, handbal, vijfkamp, bobslee en voetbal.

Na een langdurig onderzoek over het drugsgebruik in Olympische sporten, concludeerden de Amerikaanse sportjournalisten Michael Bamberger (1960-) en Don Yaeger (1961-) dat er drie klassen topsporters waren. Een kleine groep gebruikte geen verboden producten. Bij een tweede, grotere en groeiende groep ging het druggebruik onopgemerkt voorbij, omdat deze atleten geneesmiddelen namen die nog niet opgespoord konden worden, of ze slikten drugs in hoeveelheden die door het IOC aanvaardbaar waren of ze namen stoffen die de aanwezigheid van drugs in hun lichaam maskeerden. De derde groep waren amateurs die verboden producten gebruikten en die ook gepakt werden.

Het Amerikaanse Congres startte haar Anabolic Steroids Control Act. Het classificeerde de handel van steroïden als een zwaar misdrijf en niet als een overtreding.

In 1990 werd de Australian Sports Drug Agency opgericht.

Doping was niet alleen een kwaal in competitiesporten. Om rustig te worden rookten de Spaanse torero's een jointje voordat ze in de arena de strijd aangingen met kolossen van meer dan vijfhonderd kilo.

Doping in de DDR

Na de val van het communisme zochten de meeste Oost-Duitse coaches elders werk. Een aantal van hen trok naar China. De Chinezen richtten zelfs het National Research Institute op, een hoogwaardig laboratorium voor sportwetenschappen dat enorm veel gelijkenis vertoonde met het Onderzoeksinstituut voor Lichamelijke Cultuur en Opvoeding van de DDR in Leipzig. Kort daarop traden in het zwemmen, de atletiek en het gewichtheffen relatief onbekende Chinese vrouwen op de voorgrond. Meteen volgden beschuldigingen van dopingpraktijken en de vergelijkingen met de DDR waren legio. Bovendien werden die beschuldigingen bevestigd door het grote aantal positieve dopingtests van 29 Chinese atleten en 19 zwemmers.

In maart 1990 gaf de voormalige zwemcoach van ASK Potsdam Michael Regner (1952-), in het tijdschrift 'Der Spiegel' een gedetailleerde beschrijving over het dopingsysteem in de DDR.

Ook het verhaal van gewichtheffer Mario Schult (1966-2020) raakte bekend. Omwille van een elleboogkwetsuur op de Spelen van 1988 in Seoel liep hij plots rond met zijn arm in gips, waardoor hij niet aan de competitie kon deelnemen. De echte reden was echter dat Schult per ongeluk anabolica kreeg toegediend en zou reageren bij een eventuele dopingcontrole positief. Voor aanvang van de Spelen was hij als medaillekandidaat getipt, op zes maanden tijd had hij zijn prestaties met zo maar eventjes 42,5 kilo verbeterd.

Vanuit de DDR probeerde men de getuigenissen van meerdere atleten en coaches te bagatelliseren of te negeren. Daaraan kwam abrupt een einde toe Manfred Höppner (1934-2023) eind november 1990 documenten overhandigde aan het weekblad 'Stern', waarin gedetailleerd en concreet het dopinggebruik in de DDR gedocumenteerd stond. Exacte specificaties over individuele anabolica-toepassingen werden vernoemd, evenals de namen van bekende sporters zoals verspringster Heike Drechsler (1964-) en zwemster Kristin Otto (1966-).

Atletiek

Begin 1990 werd beslist dat er onaangekondigde dopingtests zouden plaatsvinden en tot ieders verbazing sneuvelden er dat jaar zeven wereldrecords bij de mannen, maar niet één bij de vrouwen.

In West Duitsland bracht 'Der Spiegel' een nationaal dopingschandaal aan het licht. Bondscoach Heinz-Jochen Spilker (1948-2022), die ook advocaat was, werd berucht door het 'Hammer model', waarbij hij in zijn club Hamm jonge atletes volstouwde met verboden producten. Het leidde tot ernstige gevolgen. 400m-loopster Gaby Bussmann (1959-) kreeg hartritmestoornissen, 400m-loopster Helga Arendt (1964-2013) had een beschadigde lever en chronische artritis en stierf jong, Verspringster Andrea Hannemann (1964-) ruïneerde haar hamstring, 100- en 200m-loopster Mechthild Kluth (1965-) werd steeds trager en eindigde haar carrière op van de zenuwen, 200m-loopster Silke Knoll (1967-) verhuisde naar Dortmund en 200m-loopster Gisela Kinzel (1961-) wilde niets meer met sport te maken hebben. De zaak kwam voor en in 1994 werd Spilker tot een boete van twaalfduizend Euro veroordeeld .

Later dat jaar pakte 'Der Spiegel' uit met een ander schandaal. Heinz Hüsselmann, de trainer van TV Wattenscheid 1986, wilde Ute Thimm (1958-) ervan te overtuigen om met doping te beginnen, wat de 400m-loopster pertinent weigerde. Op dat ogenblik liep er al een aanklacht tegen hem, hordenloopster Brigitte Gerstenmaier (1960-) beschuldigde hem ervan dat hij haar zonder haar medeweten in 1986 anabole steroïden had gegeven. Thomas Gronich (1961-), de verloofde van Gerstenmaier die arts was, werd steeds wantrouwiger over de tabletten van Hüsselmann en liet ze analyseren. Daaruit bleek dat het de anabole steroïde Dianabol was.

Nadat de door Christian Gehrmann (1938-2001) begeleide atletes een enorme vooruitgang boekten op internationaal vlak, maar fysiek ook fel veranderden, vroeg de Duitse anti-dopingspecialiste Brigitte Berendonk (1942-) aan sportarts Armin Klümper (1935-2019) of hij hen ook farmaceutisch begeleidde. Het antwoord was bevestigend:

"Ik heb niets toe te voegen aan de gevallen die u beschrijft, ook niet aan hetgeen u beweert over Eva Wilms, Beatrix Philip en hun trainer Christian Gehrmann. De heer Gehrmann is zeker een goed voorbeeld van een trainer die succes zoekt tot elke prijs. Zo experimenteren wij bijvoorbeeld met de anti-baby-pil."

Christian Gehrmann werd bondstrainer in 1976 en hij leidde de kogelstootsters Eva Wilms (1952-) en Beatrix Philipps (1957-) naar internationale successen. Openlijk verkondigde hij niet de minste problemen te hebben met farmaceutische begeleiding. De plotse prestatieverbeteringen van vooral Eva Wilms deden anabolica-gebruik vermoeden. Op de Spelen van 1976 in Montréal plaatste de Westduitse zich als enige niet-Oosteuropese voor de finale van het kogelstoten, maar nog verrassender was dat ze later het wereldrecord vijfkamp tot op vijf luttele puntjes benaderde. Met haar puntentotaal zou ze de DDR-meisjes tijdens de Olympiade het nakijken hebben gegeven. Gehrmann bekende aan Berendonk ook dat hij medicamenten uitdeelde.

"Bijvoorbeeld Xobaline en Cobazymase, producten met anabolica of anabolica-achtige werkstoffen, die men vrij kan verkrijgen in elke apotheek en die zonder nevenwerkingen zijn. Maar wij gebruiken vooral vitamine E, dat in het sap Granaton zit. Dat kan  probleemloos gebruikt worden zowel door jongeren als door ouderen. Ook pillen met tarwekiem-extracten zijn uitstekend."

Ook bekende hij dat hij in 1975 zelf anabolica had uitgeprobeerd, maar hij waarschuwde zijn atleten dat ze na gebruik heel lang konden opgespoord worden. De zware stem van Eva Wilms was aangeboren beweerde Gehrmann, volgens haar moeder had ze als baby al harder geschreeuwd dan andere kinderen. De kracht van Wilms rechtvaardigde hij door een specifieke opleiding, een verstandige levensstijl van tien uur slaap en een gezond dieet met dagelijks drie tot vijf liter melk, drie tot vijf eieren, veel vlees, een halve kilo vette kwark, vitamine E, mineralen en ijzer.

Wegens meineed werden de Duitse kogelstoters Claus-Dieter Föhrenbach (1955-) en Kalman Konya (1961-) tot negen maanden cel veroordeeld, ze hadden onder ede verklaard dat ze nooit anabolica hadden gebruikt.

Toen ze na een reis uit Lanzarote, in augustus 1990 landde in München, weigerde de Duitse kogelstootser Claudia Losch (1960-) een onaangekondigde dopingcontrole, omdat ze dat eerst aan haar trainer moest vragen. Pas vijf dagen later, tijdens de Duitse kampioenschappen, leverde de winnares van het goud op de Spelen van 1984 een urinestaal af.

De IAAF schorste de Amerikaan Butch Reynolds (1964-) twee jaar. Men had namelijk nandrolon gevonden in de urine van de wereldrecordhouder over 400m. Door een fout in het laboratorium werd hij nadien vrijgesproken. Prompt eiste Reynolds een schadevergoeding, die eerst werd toegekend, maar later verworpen werd in hoger beroep.

Op 7 augustus 1990 werd de Amerikaanse kogelstoter Randy Barnes (1966-) betrapt op het gebruik van anabole steroïden. Door de daaraan verbonden schorsing van 27 maanden miste hij de OS van 1992. Vier jaar later in Atlanta kroonde hij zich tot Olympisch kampioen, maar in 1998 testte hij positief op androsteendion en dat leverde hem een levenslange schorsing op.

De Russische kogelstoter Vyacheslav Lykho (1967-) eindigde als derde op het EK van 1990 in Split, maar verloor die medaille en kreeg drie maanden schorsing wegens het gebruik van methamfetamine.

De Amerikaanse wereldkampioen 110m horden Greg Foster (1958-2023) werd zes maanden geschorst na een positieve dopingtest op efedrine en fenylpropanolamine.

Bodybuilding

Het Russische dagblad Istvestija publiceerde dat Nikolai Schilow (1964-1990), het jaar voordien in Oslo nog Europees kampioen bodyybuilding in de categorie tot 65kg, in een ziekenhuis in Moskou overleden was aan de gevolgen van het langdurige gebruik van hoog gedoseerde dopingproducten.

Tijdens de Arnold Schwarzenegger Cup testte de Amerikaanse professionele bodybuilder Shawn Ray (1965-) positief op steroïden.

Judo

De Chinese judoka Ying Guo Yinggu (1970-) leverde na zijn kamp in de klasse tot 52kg een positieve plas af.

Wielrennen

Het Openbaar Ministerie van de 16de correctionele rechtbank in Parijs vorderde zware straffen voor veertien renners en een rits dopingtrafikanten. Alles was begonnen tijdens de Zesdaagse van Bercy, waar inspecteurs tijdens een inval volle dozen tonedron, pervitine en eubine hadden aangetroffen. Bovendien vonden ze de lijsten met namen van afnemers, maar ook de prijs stond vermeld die de renners voor de producten hadden betaald. Zes maanden voorwaardelijk en twintigduizend Franse Frank boete was de eis tegen de dopingzondaars. Voor de leveranciers, die zo’n duizend dozen tonedron gekocht hadden aan veertig Franse Frank per stuk, maar dat verboden product doorverkochten aan 1.300 tot 1.600 Franse Frank, werd drie jaar cel geëist, waarvan een deel voorwaardelijk plus een boete van tweehonderdduizend Franse Frank.

Hevig verzet van de advocaten tegen deze strafeisen, Jean-Rene Bernaudeau (1956-), een van de betrapte renners, zei daarop:

"Ik ben hier niet voor de lol, maar om geld te verdienen. Op dit ogenblik vertegenwoordigen de tourcriteria 50% van mijn jaarlijks inkomen, bovendien verplicht de wet mij om het dubbele van mijn startpremie terug te betalen bij een eventuele opgave. Zelf rijd ik achttien criteriums op twintig dagen tijd."

De voormalige Ierse renner Paul Kimmage (1962-) werd journalist bij de Engelse krant 'The Sunday Times'. In 1990 publiceerde hij het boek 'Rough Race', waarin hij zijn eigen dopingervaringen uit zijn korte carrière als profrenner beschreef, maar waarin hij ook het gebruik in het peloton uit de doeken deed. Hijzelf had toevlucht gezocht tot amfetaminen en cafeïne. Hij werd ook beroemd en berucht omwille van zijn vele aanvaringen met Lance Amstrong (1971-), die hij openlijk beschuldigde van dopinggebruik. De strijd tussen beiden bereikte een absoluut hoogtepunt toen Amstrong in 2009 zijn comeback maakte in de Ronde van Californië.

"Wat hebben de dopinggebruikers die jij zo bewondert?", vroeg Kimmage hem tijdens een persconferentie die wereldwijd werd uitgezonden.

Hij stelde de vraag omdat Armstrong hem een interview geweigerd had. Armstrong reageerde hierop dat Kimmage gezegd had:

"Mensen, de kanker is vier jaar in remissie geweest, maar onze kanker is nu terug," waarmee hij doelde op Armstrongs terugkeer in de wielersport.

In 2011 verscheen op 'myvelocity.com' het interview dat Kimmage had afgenomen van Floyd Landis (1975-), waarin die toegaf dat hij zich gedopeerd had, maar ook dat Amstrong daar voor veel tussen zat. In 2012 trok het UCI Kimmage voor de Rechtbank omdat hij in de 'Sunday Times' en 'l'Equipe' gepubliceerd had dat Pat McQuaid (1949-) en Hein Verbruggen (1941-2017) bij het dopinggebruik betrokken waren. De klacht werd ingetrokken, waarop Kimmage het UCI dagvaardde.

De Nederlander Johannes Draaijer (1963-1990), die in 1989 130ste eindigde in de Tour de France, overleed op 26-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Hoewel de autopsie geen doodsoorzaak aantoonde, verklapte zijn vrouw aan het Duitse tijdschrift ‘Der Spiegel’ dat haar man ziek werd na het gebruik van EPO.

De Belgische wielrenner Nico Emonds (1961-) testte positief na zijn winst in de derde rit van de Vuelta a España. Hij werd als winnaar geschrapt en naar de laatste plaats verwezen.

De Duitse sportartsen Lothar Heinrich en Andreas Schmid (1966-) van de Universität Freiburg speelden in de jaren 1990 een belangrijk rol in het dopingsysteem van de Telekomploeg


rdsm