Het Internationaal Olympisch Comité richtte het onafhankelijk bureau World Anti-Doping Agency (WADA) op. De medische commissie van het IOC definieerde doping als volgt:
"Het gebruik van een hulpmiddel, zowel substantie als methode, die mogelijk schadelijk is voor de gezondheid en die in staat is de sportprestaties van de atleet te verhogen of de aanwezigheid van een substantie in het lichaam van de atleet, of het bewijs van het gebruik van een methode waarbij dergelijke stof of methode voorkomt op de lijst die aan het huidige wetboek werd toegevoegd."
Doping in de DDR
Volgens de Düsseldorfer Sportnachrichtenagentur werden er jaarlijks 30 overlijdens genoteerd van topsporters uit de DDR.
In de nasleep van de rechtszaken die in Duitsland liepen tegen voormalige DDR-officials, -trainers en -artsen kwam het nieuws dat Dietrich Hannemann (1934-) de voormalige direkteur van de Oostduitse Sportgeneeskundige Diensten, in april veroordeeld werd tot een boete van 45.000 Deutsche Mark (= 22.500 Euro) voor het toebrengen van lichaamsletsels aan 191 sporters.
In juni werd zelfs de eerste gevangenisstraf uitgesproken. Sportarts Dietbert Freiberg (1943-) kreeg zes maanden voorwaardelijk voor het toebrengen van lichamelijk letsels in 72 gevallen.
In oktober werd Horst Röder (1933-), voormalig DDR-kampioen tienkamp en voormalig vice-president van Oostduitse Sport- en gymnastiekbond, veroordeeld tot een jaar voorwaardelijk. Röder, die ook Professor Theorie und Praxis des Trainings was, werd in 141 gevallen verantwoordelijk gesteld voor het toebrengen van lichamelijke letsels.
Uwe Neumann, de trainer van drievoudig Olympisch kampioen Rica Reinisch (1965-), werd in november veroordeeld tot een boete van 8.000 Deutsche Mark (= 4.000 Euro). Al werd die veroordeling niet door iedereen in dank aanvaard. Schoolslagzwemmer Jens Kruppa (1976-) antwoordde op de beschuldiging van het toedienen van verboden middelen:
"Na, und?"
Egon Müller (1926-), de voormalige secretaris-generaal van de DDR-zwembond en de voormalige zwemtrainers, Wolfgang Richter (1937-) en Jürgen Tanneberger (1945-2014) werden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar en moesten 5.000 Deutsche Mark (= 2.500 Euro) boete betalen. In 1989 tijdens het EK in Bonn had Müller nog kwaad gereageerd op de vraag hoe het nu zat met de dopingproblematiek in de DDR:
"Het maakt ons razend, wij willen daarover niets meer zeggen."
Atletiek
De Russische kogelstootsters Vyta Pavlych (1969-) en Irina Korschanenko (1974-) veroverden plaats een en twee op het WK indoor, maar moesten hun medaille inleveren nadat de dopingcontrole het gebruik van testosteron aangaf. Ze werden elk twee jaar geschorst.
Een schokgolf door de sportwereld, Merlene Ottey (1960-), een van de meest succesvolle vrouwelijke atleten aller tijden, moest zich in 1999 noodgedwongen terugtrekken uit het WK atletiek. Enkele maanden voordien werd ze in Zwitserland op het gebruik van Nandrolone betrapt en dat werd nu openbaar gemaakt.
De Britse sprinter Linford Christie (1960-), die jarenlang verrassingscontroles ontliep door aan de controleurs enkel zijn kantooradres op te geven, werd begin 1999 toch betrapt op het gebruik van nandrolone. Hij had dat product niet gebruikt, wel had hij besmette avocados gegeten was het excuus.
De Nederlandse sprinter Troy Douglas (1962-) testte na het Nederlands kampioenschap positief op nandrolon. De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie sprak hem vrij omdat de feiten niet konden bewezen worden. De IAAF aanvaardde de vrijspraak niet en schorste hem twee jaar.
Voormalig Olympisch en wereldkampioen hoogspringen Javier Sotomayor (1967-) werd tijdens de Pan Amerikaanse Spelen van 1999 op het gebruik van cocaïne betrapt. Daarmee mocht de Cubaan de Spelen van Sydney vergeten. Na meerdere hoorzittingen halveerde het IAAF zijn straf, waardoor hij toch nog naar de Spelen kon. In september 2001 kondigde Sotomayor plots aan dat hij het hoogspringen voor bekeken hield waardoor hij een levenslange schorsing ontliep. Enkele dagen voordien vond men bij een onaangekondigde controle op trainigingskamp nandrolone in zijn urine.
Bij een dopingcontrole op 19 oktober 1999 testte de Duitser Dieter Baumann (1965-) positief op nandrolone. Op het proces voor de Duitse Atletiek Federatie verdedigde de Olympisch kampoen van de 5.000m tijdens de Spelen van Barcelona zich met het feit dat er norandrostenedione in zijn tandpasta zat, een oude beproefde Stasi-methode. Vandaar dat deze zaak vaak de ‘tandpasta-affaire’ wordt genoemd. De Duitse atletiekbond sprak hem vrij, het IAAF daarentegen legde hem een schorsing op van drie jaar.
De Engelse kogelstoter Carl Myerscough (1979-) testte positief op een ‘cocktail’ van verboden middelen en werd daarvoor door zijn eigen bond twee jaar geschorst, terwijl het IOC hem een levenslang deelnameverbod aan de Spelen oplegde. Nadien vernietigde het arbitragehof voor de Sport de olympische verbanning. Myerscough bleef die doping steeds ontkennen en dacht dat hij het slachtoffer was geworden van sabotage. Hij huwde de Amerikaanse hamerslingeraarster Melissa Price (1979-) die bij het beruchte BALCO dossier betrokken was.
De Rus German Skurygin (1963-2008) kroonde zich tot wereldkampioen 50 kilometer snelwandelen, maar werd op dopinggebruik betrapt. Omwille van de gevonden Gonatropine moest hij het goud inleveren en werd hij twee jaar geschorst. Op 45-jarige leeftijd stierf hij aan een hartaanval.
Basketbal
De Oostenrijker Stjepan Stazic (1978-) speelde basket in Italië, maar toen hij bij een controle positief reageerde op het anabolicum Clostebol schorste de Italiaanse bond hem, waarop hij naar Frankrijk verhuisde.
Bodybuilding
In 1999 werd bij de Amerikaanse bodybuilder Kenneth Wheeler (1965-), beter bekend als Flex Wheeler, de nierziekte 'focale segmentale glomerulosclerose' ontdekt. In de pers verschenen speculaties over de oorzaak.
“Als je op mijn niveau aan bodybuilding doet, moeten er wel slechte dingen met je gebeuren,” aldus Wheeler, “je moet veel teveel hightech middelen gebruiken en je hoeft maar één keer iets fout te doen en je hele leven is voorbij.”
Voor elke wedstrijd consumeerde Wheeler voor tienduizend dollar aan anabolen, die hij als vedette gratis kreeg. De nadelige effecten ervan merkte hij niet, behalve dat hij agressief werd. Ronduit gevaarlijk waren de diuretica. Meerdere keren belandde Wheeler met verkrampte spieren in het ziekenhuis, terwijl hij het uitschreeuwde van de pijn. Een paar keer was hij ei zo na dood. Artsen waarschuwden hem dat hij zijn leven op het spel zette. Eigenlijk wilde Flex in 1997 al met die middelen stoppen, toen duidelijk werd dat zijn nieren verschrompelden. In 2003 onderging hij een niertransplantatie, waarna hij doodziek werd. Om hem van het opgehoopte vocht te verlossen moesten de artsen zijn been opereren, en dat was slechts één van de vijf operaties die hij onderging.
“Ik kon niet anders, zonder die middelen kwam ik er bij wedstrijden niet aan te pas. En als je niet hoog eindigt, krijg je geen prijzengeld.”
Cricket
De Engelse cricketspeler Ed Giddins (1971-) werd negentien maanden geschorst omwille van cocaïnegebruik. Bovendien kreeg hij bij Sussex de bons.
Gewichtheffen
Tijdens het nationaal kampioenschap eindigden de Oostenrijkse gewichtheffers Manfred Kraushafer (1969-) en Dietmar Oberdanner (1971-) de categorie tot 85 kg op plaats een en twee in, maar na een positieve test moesten ze hun medailles inleveren.
Ook Werner Höller (1977-), Oostenrijks kampioen in de categorie tot 69kg, had aan de verboden middelen gezeten, hij werd betrapt op het gebruik van Fentermin en twee jaar geschorst.
Hockey
Russell Garcia (1970-) won goud met de Britse hockeyploeg op de Spelen van 1998 in Seoul en was op dat ogenblik met achttien jaar de jongste olympisch kampioen in dat nummer. Hij speelde meer dan driehonderd wedstrijden voor de nationale ploeg en scoorde daarin zeventig doelpunten. Bij een controle in 1999 bleek dat hij cocaïne gebruikte, waarvoor hij drie maanden geschorst werd.
Judo
De Franse judoka van Algerijnse oorsprong Djamel Bouras (1971-) werd op het gebruik van Nandrolone betrapt en vijftien maanden geschorst.
Voetbal
Thomas Ziemer (1969-) van de Duitse Bundesligaclub 1. FC Nürnberg kreeg negen maanden schorsing na een positieve test op anabole steroïden.
Thorsten Rohrbach (1976-), reservedoelman bij de Duitse tweedeklasser Kickers Offenbach, werd na de wedstrijd tegen Waldhof Mannheim op het gebruik van Tramadol gepakt, waarvan het actieve bestanddeel het opiumderivaat.tramadolhydrochloride is.
De Turk Hasan Sas (1976-), die zowel opviel door zijn fanatiek gedrag als door zijn beslissende doelpunten en kale hoofd, werd zes maanden geschorst omdat een dopingtest het gebruik van fenylpropanolamine opleverde.
Wielrennen
In opdracht van de Franse krant 'Nouvel Observateur' werd een studie uitgevoerd bij 90% van de renners die tussen 1947 en 1998 hadden deelgenomen aan de Tour de France, het ging in totaal om 2.363 renners. Uit de studie bleek dat, in vergelijking met de doorsnee Europeaan, de renners die na 1970 voor het eerst aan de Tour deelnamen een 2,5 maal hogere kans hadden om voor hun 45ste te sterven van een hart-vaatziekte. Tien renners waren plots gestorven, twee Belgen, een Spanjaard, drie Fransen en vier Nederlanders. Tussen 25- en 34-jarige leeftijd lag het sterftecijfer bij de renners zelfs vijfmaal hoger dan bij de doorsnee Europeaan.
Hans Michalsky (1949-), vijf keer Duits baankampioen op de kilometer tijdrijden, liet in dat verband optekenen:
"In mijn tijd speelde de inname van mannelijke hormonen een belangrijke rol. We werden nochtans heel vaak gecontroleerd. Maar renners die actief waren op het tweede plan, die meer regionale circuits reden, waren veel kwetsbaarder. Ik ken er veel die vandaag niet meer leven en velen die nu gek, drugsverslaafd of alcoholieker zijn. Op dat vlak bestond in die periode een veel groter dopingprobleem."
Als gevolg van het dopingschandaal ‘Le Pot Belge’ van juli 1998 in Poitou-Charentes werden 31 mensen in staat van beschuldiging gesteld op verdenking van het verwerven, het vervoer, het bezit, de verkoop en het gebruik van verboden middelen. Onder de beklaagden heel wat liefhebbers en ex-professionals zoals Jean-Claude Genty (1945-), Eugène Letendre (1931-2014), Alain Meslet (1950-) en Pierrick Gillereau (1968-).
Het politieonderzoek kende een eerste succes met de inbeslagname van dopingproducten bij Claude Deschamps en Jacques Guillandou, twee leveranciers van ‘le pot belge’. Daarna volgde de arrestatie van Patrick Charron (1948-), een vriend en collega van de beruchte Bernard Sainz (1943-), die zowel in het wielrennen als in de paardensport gekend was als ‘Dr. Mabuse’. De producten werden door de broers Michel en Bozena Korycki binnengesmokkeld vanuit Polen. Een jaar later veroordeelde de Rechtbank Charron tot een boete van 150.000 Franse Frank (22.500 Euro) en drie jaar gevangenis. In beroep kwam daar nog een jaartje bij. Deschamps en Guillandou van hun kant kregen 30 maanden, waarvan 24 met uitstel, terwijl de Poolse broers bij verstek vijf en twee jaar hechtenis kregen. Er werd een internationaal opsporingsbevel tegen hen uitgeschreven. 24 gebruikers moesten tussen de 2.500 en 8.000 Franse frank (375 tot 1.200 Euro) boete betalen.
Na de bekentenissen van een amateur vond de politie van het Italiaanse Brescia een hele reeks dopingproducten. Hierna werden achttien personen in verdenking gesteld waaronder de voormalige wielrenners Giorgio Addis en Pierino Gavazzi (1950-), maar ook drie apotekers. Die zouden vanaf 1996 groeihormonen, EPO, testosteron, oxandrolon en ACTH aan renners hebben geleverd. Het proces begon in januari 2003 en de voormalig Italiaans kampioen Gavazzi werd tot zes maanden gevangenis veroordeeld, omdat hij door medicamenten af te leveren illegaal het beroep van arts en apotheker had uitgeoefend. Addis kreeg negen maanden.
Op de tweede dag van de driedaagse van De Panne brak een schandaal los, toen de politie kort na de start het peleton tegenhield en de renners van Mapei meenam voor verhoor. De oorzaak was een door de politie onderschept pakje met ampullen amfetamines dat verzorger Tiziano Morassut via DHL naar Gianni Bugno (1964-) had verstuurd. In december 2002 werd Bugno, samen met zijn vader, verzorger Morassut en ex-wielrenner Edouard Vanhulst (1955-) door de Rechtbank van Kortrijk tot zes maanden gevangenis veroordeeld en een boete van 4.957,87 Euro.
Oostenrijks kampioen tijdrijden Florian Wiesinger (1976-) werd op het gebruik van pseudo-efedrine betrapt, waarvoor hij drie maanden geschorst werd en de titel moest inleveren.
In april verklapte de Franse profrenner Jean-Christophe Currit (1969-) tijdens een interview met het Franse magazine Paris-Match hoe je stalen van dopingcontroles niet erkenbaar kon maken omwille van procedurefouten. De zending verkeerd adresseren, een slecht klevend etiket loste zich van het proefbuisje, een flesje verdween door menselijke fout. Uiteraard had dit een prijs, om ervan te genieten moest de betrapte renner tussen de veertig- en zestigduizend Franse Frank ( = 6.000 tot 9.000 Euro) ophoesten.
In oktober 1999 berichtte de Duitse krant 'Berliner Zeitung' dat twintig voormalige profrenners vroegtijdig gestorven waren, voornamelijk aan de gevolgen van kanker, hartfalen en zelfmoord. Onder hen vice-wereldkampioen sprint Ernst Streng (1942-1993), wereldkampioen op de weg Heinz Müller (1924-1975), Duits wegkampioen Dieter Puschel (1939-1992) en Duits omniumkampioen Klemens Großimlinghaus (1941-1991). Buiten de wijd verspreidde amfetaminen gebruikten de Duitse renners ook anabolica, vooral Decadurabolin, dat ze inspoten van februari tot mei.
Een jaar na het Festina schandaal opende de Franse justitie een nieuw dopingdossier. Roger Legeay (1949-), sportbestuurder bij GAN en als renner betrapt op het gebruik van amfetamines tijdens de rittenkoers Parijs-Nice van 1974, beschuldigde ploegarts Patrick Nédelec ervan dat hij twee van zijn renners gedopeerd had. Philippe Gaumont (1973-2013) en Laurent Desbiens (1969-) testten positief op nandrolone tijdens een dopingcontrole. Na het disciplinaire onderzoek van de Franse wielerbond (FFC) kreeg de sportarts, die voordien instond voor de dopingcontroles van de federatie, drie jaar schorsing. Omdat Nédelec de hypocrisie kotsbeu was, trok hij zich volledig terug uit de wielersport en opende hij een privé praktijk op de Parijse Champs Elysées.
Philippe Gaumont (1973-2013) testte in 1996 tweemaal positief op nandrolone, in 1998 werd hij op datzelfde medicament opnieuw twee keer gepakt. Het jaar nadien vond men amfetamines in zijn urine en in 2004 bekende hij aan de Franse politie dat hij sedert het begin van zijn professionele loopbaan herhaaldelijk EPO gebruikte. Hij voegde er aan toe dat zeker 95% van de profs zich dopeerde en dat hij twijfelde of men de Tour de France kon winnen zonder doping. Hij trok zich terug uit het professionele wielrennen, gaf heel wat interviews en publiceerde het boek ‘Prisonnier du dopage’ (Gevangene van de doping), waarin hij doping- en maskeermethodes uit de doeken deed maar ook de manier waarop renners zichzelf dopeerden. Hij leverde details over het ontlopen van positieve controles op corticosteroïden. Zo moest je je testikels irriteren met zout om een huiduitslag uit te lokken, waarop je een tube cortisone-zalf kreeg voorgeschreven. Urinetest kunnen immers geen onderscheid maken tussen ingespoten en gesmeerde cortisone en het voorschrift maskeerde dus het gebruik van inspuitingen. In mei 2013 raakte Gaumont in coma na een hartinfarct, enkele dagen later overleed hij.
Tijdens de Tour de France van 1999 testte Lance Armstrong (1971-) positief op triamcinolonacetonide. De kleine hoeveelheden corticoïden in zijn urine werden door een huidcrème verklaard, hij toonde het voorschrift aan het UCI en werd vrijgesproken. Nochtans had hij achter de vraag ‘Gebruikte medicatie’ ‘niets’ ingevuld op het dopingrapport en ook de ploegleiding wilde nadien geen commentaar kwijt. Keer op keer ontkende Armstrong ook het EPO gebruik, nochtans gaven twee van zijn toenmalige ploegmaats toe dat ze wel degelijk EPO hadden gekregen.
Door de zogenaamde 'omertà' in het wielrennen was enkel het topje van de ijsberg gekend. In publicaties en bekentenissen van betrapte renners doken steeds opnieuw dezelfde namen op. Eerst was er de Franse arts Bernard Sainz (1943-), 'Dr. Mabuse' had renners als Frank Vandenbroucke (1974-2009), Bernard Hinault (1954-), Francesco Moser (1951-) en Philippe Gaumont (1973-2013) onder zijn hoede, maar was tot dan toe nooit veroordeeld.
In Italië werden drie artsen gelinkt aan dopingpraktijken. In 1998 werden Francesco Conconi (1945-), Michele Ferrari (1953-) en Luigi Cecchini (1944-) het mikpunt van een Italiaanse openbare aanklager. In Bologna speelde apotheek 'Giardini Margherita' een centrale rol in het drughandeltje, er werden heel wat voorschriften in beslag genomen voor anabole steroïden, hormonen en andere dopingproducten. De drie artsen kregen de bijnaam ‘Preparatore’, ze begeleidden competitiesporters met gedetailleerde trainingsschema’s en uitgebalanceerde medische ondersteuning. De Deense Wielerbond verplichtte Bjarne Riis (1964-) om een punt te zetten achter zijn samenwerking met de drie Italianen.
Er zou ook een link bestaan tussen de drie Italianen en de Spaanse dopingartsen José Luis Merino Batres (1941-) en Eufemiano Fuentes (1955-). Merino kon later niet veroordeeld worden omdat hij inmiddels de ziekte van Alzheimer had.
Verder verklapte de Italiaan Filippo Simeoni (1971-) dat sportarts Carlo Santuccione (1947-2017) hem vanaf 1993 regelmatig EPO inspoot, de arts die door de Italiaanse renner Riccardo Riccò (1983-) als dopingleverancier werd aangewezen. Nochtans was Santuccione, in het wielermilieu bekend als ‘Ali de Chemicus’, door de Italiaanse Wielerbond als sportarts geschorst van 1995 tot 2000. Na de plotse dood van een liefhebber kwam hij in 2003 opnieuw negatief in het nieuws. Men bewaakte zijn praktijk met videocamera’s en tapte zijn telefoon af. In juni 2004 kreeg hij zelfs beroepsverbod. Omdat ook Danilo di Luca (1976-) zich toch door hem liet behandelen werd de Italiaanse renner drie maanden geschorst en verloor hij al zijn gewonnen ProTour-punten. Op 17 december 2007 sprak het Italiaanse Olympisch Comité een levenslang beroepsverbod uit en kregen alle sporters het verbod om zich nog tot hem te wenden. Ook mocht Santuccione zich niet meer in sportstadia vertonen. In januari 2009 werd hij samen met sportarts Simone Giustarini (1953-) en achttien andere personen opnieuw aangeklaagd.
Na zijn winst in de elfde rit van de Tour de France stuurde de wielerploeg Lampré Ludo Dierckxsens (1964-) huiswaarts. Bij de dopingcontrole na aankomst had de Belg het gebruik van het cortisonepreparaat Synacthene toegegeven aan de arts. Het product was hem de maand voordien voorgeschreven voor een kniekwetsuur. De Koninklijke Belgische Wielrijdersbond schorste hem zes maanden, uit vrees voor een strengere straf ging hij niet in beroep. Toppunt was dat de dopingtest uiteindelijk negatief was.
Twee dagen voor het einde werd roze trui drager Marco Pantani (1970-2004) uit de Giro d’Italia gezet, omdat een te hoog hematocrietgehalte het gebruik van EPO had verraden.
In augustus 1998 testte de Duitser Uwe Ampler (1964-) in de Sachsen Tour positief op steroïden. Hij bekende de feiten maar wees erop dat hij tijdens een griepaanval medicatie had geslikt. De tuchtraad van de Duitse wielerbond schorste hem negen maanden en zijn team ontsloeg hem op; staande voet. Twee jaar voordien kwam hij in het nieuws toen hij voor de Deense televisie zijn voormalig werkgever Telekom van systematisch EPO-gebruik beschuldigde.
De Deen Claus Michael Møller (1968-) kreeg van zijn nationale wielerbond twee jaar schorsing, nadat men sporen van anabole steroïden vond in zijn urine. Zelf ontkende hij alle schuld.
De Fransman Laurent Roux (1972-) werd op het gebruik van amfetaminen betrapt en zes maanden geschorst. Bij een dopingcontrole buiten competitie werden in 2002 opnieuw amfetaminen gevonden. Tijdens een dopingtest in Bordeaux bekende hij in 2006 dat hij EPO, menselijk groeihormoon, cortisone en testosteron gebruikte.
Tijdens de Ronde van Beieren werd bij Christian Henn (1964-) een reusachtige hoeveelheid testosteron gevonden, maar de voormalige Duitse kampioen had een uitleg daarvoor. Omdat hij en zijn vrouw graag een tweede kindje wilden, had zijn schoonmoeder hem een vruchtbaarheidsbevorderend kruidendrankje gegeven. In mei 2007 was hij een van de vele Telekom renners die bekenden dat de hele ploeg tussen 1995 en 1999 EPO had gebruikt.
De Zwitser Urs Graf (1974-) testte positief op testosteron na de vijfde rit van de Ronde van Romandië en kreeg hiervoor acht maanden schorsing en een boete van 2.400 Deutsche Mark.
De Franse krant 'L’Equipe' kreeg de hematocrietwaarden in handen van de renners van het Italiaanse Gewiss-Ballan. En het dient gezegd, om schrik van te krijgen. Zo steeg de waarde van de Deen Bjarne Riis (1964-), die in 1996 de Tour de France won, van 41,1% in januari naar 56,3% in maart. De Rus Piotr Ugrumov (1961-), in 1994 tweede in de Tour de France, zag zijn waarde stijgen van 32,8% naar 60%. De Italiaan Ivan Gotti (1969-) steeg van 40,7 naar 54%, de Rus Vladislav Bobrik (1971-) van 42,7 naar 53%, de Italiaan Bruno Cenghialta (1962-) van 37,2 naar 45%, de Italiaan Francesco Frattini (1967-) van 46 naar 54%, de Italiaan Nicola Minali (1969-) van 41,7 naar 54%, de Italiaan Alberto Volpi (1962-) van 38,5 naar 52,6% en de Rus Evgueni Berzin (1970-) tenslotte van 41,7 naar 53%.
Zwemmen
Tien Chinese zwemmers werden samen met hun coaches geschorst voor dopingmisbruik, voor sommigen was het al de tweede keer.
Bij een controle buiten competitie testten de Chinese zwemmers Wang Wei (1979-) en Xiong Guoming (1978-) positief op Clenbuterol. Het gevolg van een wokgerecht varkenslever was hun verdediging. Gezien ze tijdens de Aziatische Spelen van 1994 ook al een positief plasje hadden afgeleverd werden ze nu voor drie jaar geschorst. Daarnaast werden nog vier anderen geschorst.
Op 14 januari 1999 kondigde de FINA tijdens het WK zwemmen aan dat Yuan Yuan (1976-) vier jaar geschorst werd omdat ze dertien flesjes menselijk groeihormoon Australië wilde binnensmokkelen. Haar coach Zhou Zewen, die de verboden producten in haar koffer stak kreeg vijftien jaar.
Bovendien werden vier Chinese zwemmers huiswaarts gestuurd, toen ze op het WK in het Australische Perth een positief plasje afleverden. In haar rapport preciseerde de FINA dat drie vrouwen, Wang Luna (1980-), Cai Huijue (1980-) en Zhang Yi (1987-) positief hadden getest op het diureticum Triamterene.
Trent Bray (1973-) uit Nieuw Zeeland testte positief voor nandoline.
De Sloveense 1500m specialist Igor Majcen (1969-) zat aan de nandrolone en kreeg vier jaar aan zijn broek.
De synchroonspringster Tracy Bonner (1974-) kreeg een jaar schorsing voor haar plasje met amfetamine, maar later bleek dat de Amerikaanse dit middel nam voor narcolepsie. Nadat ze van die kwaal genezen was ging ze werken bij ‘Cirque du Soleil’.
De Russische wereldkampioene schoonduiken op de 3m-plank Yuliya Pakhalina (1977-) mocht twee maanden toekijken na een positieve cafeïne test.
De Spanjaard David Meca (1974-) kreeg te horen dat hij een positieve test afleverde op nandrolon na de 25km open water van de Worldcup. Hij werd twee jaar geschorst, maar nadien werd die straf gehalveerd.