Doping in de sport - 2002

Olympische Winterspelen

Omdat het jaar voordien tijdens het WK in eigen land quasi de voltallige Finse langlaufploeg op het gebruik van nandrolon was betrapt, werd ze uitgesloten voor de Olympische Winterspelen van 2002.

De Russische langlaufster Natalia Baranova-Masalkina (1975-) werd uit het Olympisch dorp verjaagd, nadat ze positief reageerde op EPO tijdens een test buiten competitie, waarvoor ze twee jaar geschorst werd.

De Wit-Russische ijshockeyspeler Vasily Pankov (1968-) werd op het gebruik van nadrolon gepakt en moest daarom zijn Olympisch diploma inleveren. Als straf mocht teamarts Evgeni Lositski niet op de twee volgende OS verschijnen.

Na de Spelen van Salt Lake City moesten de Russinnen Larissa Lazutina (1965-) en Olga Danilova (1970-) hun gouden en zilveren medaille inleveren na een positieve test op darbepetin, een product dat de aanmaak van rode bloedcellen verhoogt. Ze werden ook twee jaar geschorst.

De in Duitsland geboren Johann Mühlegg (1970-) nam deel aan de Winterspelen van 1990, 1994 en 1998. Maar de verstandhouding met bondscoach Georg Zipfel (1953-) was volledig zoek. Mühlegg beschuldigde de Duitse bondscoach ervan dat hij zijn ‘spiritualiteit’ beschadigde. Omdat het van kwaad naar erger ging, zwierde de Duitse Bond Mühlegg in 1995 uit de selectie. Enkele maanden later werd hij echter heropgevist, maar de excentrieke Mühlegg bleef moeilijk doen. Zo eiste hij steeds opnieuw een fles wijwater en vertrouwde hij enkel zijn Portugese schoonmaakster en chaperonne Justina Agostino. Na de OS van 1998, waarin hij er net als bij de vorige edities weinig van bakte, mocht hij definitief opkrassen. In 1999 vroeg en kreeg hij het Spaanse nationaliteit, dank zij zijn goede relaties met Juan Jesús Gutierrez (1969-) en Haritz Zunzunegui (1975-), twee leden van het Spaanse cross-country team waarmee hij blijkbaar wel goed kon opschieten. Tot ieders verbazing won hij dat jaar de World Cup en op WK van 2001 in het Finse Lahti haalde hij twee zilveren en een gouden medaille. Op de OS van Salt Lake City deed hij nog beter en stond hij liefst drie keer op het hoogste schavot. Niet voor lang echter, want de dag na zijn laatste overwinning werd hij betrapt op het gebruik van aranesp, een aanverwante van EPO die  in het beenmerg de aanmaak van rode bloedcellen verhoogt. Mühlegg moest zijn goud inleveren en kreeg twee jaar schorsing. Meteen ook het einde van zijn carrière.

De Schot Alain Baxter (1973-) schreef geschiedenis omdat hij als eerste Brit een medaille won in het alpineskiën. Bij thuiskomst volgde echter de onheilsmare dat hij bij een dopingcontrole positief had getest op metamfetamine en daardoor zijn bronzen medaille moest inleveren. Baxter repliceerde dat hij in de Verenigde Staten een Vick's Inhaler had gekocht en dat hij er zich niet bewust van was dat de Amerikaanse versie van dat product een andere samenstelling had. Het IOC aanvaardde die uitleg en schorste hem slechts drie maanden.

Tijdens die winterspelen in Salt Lake City ontdekte een poetsvrouw in de kamers van de Oostenrijkse cross-country skiërs een volledig bloedtransfusiesysteem. Het IOC startte een onderzoek en twee maanden later werden Marc Mayer (1978-) en Achim Walcher (1967-) gediskwalificeerd en uitgesloten voor de twee volgende Olympische Winterspelen. Als excuus haalden de Oostenrijkers aan dat ze met die apparatuur het bloed ultraviolet bestraalden, om hun skiërs op die manier te beschermen tegen griep en verkoudheid, absoluut niet om de prestaties te bevorderen.

Coach Walter Mayer (1957-), Marc Mayer's vader, en chiropractor Volker Müller werden levenslang verband, omdat zij het hele dopinggebeuren georganiseerd hadden. In 2009 werd Mayer in Oostenrijk gearresteerd, toen hij opnieuw verboden producten verkocht.

De Duitser Thomas Ölsner (1970-) was de eerste paralympicus die wegens doping huiswaarts werd gestuurd. Na zijn winst in de 7,5 km biathlon en de 5 km cross country, testte hij positief op de anabole steroïde methenolon. Hij werd van de deelnemerslijst  van de 10 km cross country geschrapt en moest de twee gouden medailles inleveren. Ölsner schreeuwde zijn onschuld uit en vermoedde fouten en zelfs sabotage van het laboratorium.

Doping in de DDR

Opnieuw dook een bizar verhaal uit het DDR verleden op. Eerder toevallig ontdekte kogelstootster en discuswerpster Brigitte Michel-Sander (1956-) dat ze exact dezelfde pillen kreeg als haar zieke grootvader. Toen ze de bijsluiter van haar opa las, wist ze meteen waarom ze zich  zo vreemd voelde na de inname van haar 'vitaminen', die eigenlijk de anabole steroïde Oral-Turinabol waren. Toen ze vervolgens weigerde om de pillen verder te slikken, gooiden de artsen haar uit de selectie en lieten ze haar de vloer van de sportgebouwen kuisen. Op latere leeftijd kreeg ze last van haar heupen en ruggengraat, die door de veel te zware trainingssessies versleten waren. Ze kreeg een heupprothese, werd aan haar rug geopereerd, had een gevoelloos been en leed constant pijn.

De Duitse regering voorzag twee miljoen Euro schadevergoeding voor atleten die onder het voormalige communistische regime waren volgepropt met anabolen. Wie  op een vergoeding aanspraak wilde maken, kreeg tot maart 2003 de tijd om zich te melden.

Gewezen wielrenner Gustav-Adolf Schur (1931-), die voor de communistische partij PDS zetelde in de Duitse Reichstag, stemde tegen het fonds van twee miljoen Euro, omdat het enkel  bedoeld was voor Oost-Duitse atleten. Zijn argument was dat er ook in West-Duitsland een wijdverbreid dopinggebruik had bestaan en dat ook daar ongetwijfeld slachtoffers waren gevallen. Samen met 22 andere sporters was Schur kandidaat om opgenomen te worden in de Hall of Fame van de Duitse sport, maar hij kreeg de wind van voren van de leden van de 'Verein für Doping-Opfer-Hilfe'. In een open brief beschuldigden Ines Geipel (1960-), Andreas Krieger (1966-) en heel wat andere dopingslachtoffers uit de voormalige DRR hem ervan dat hij een 'centrale propagandafiguur was geweest van de criminele DDR-sport, die meer dan 30 jaar afgevaardigde was van de Volkskammer der DDR'. Bovendien gooiden ze Schur voor de voeten dat hij in het parlement ook had tegengestemd voor het ophelderen van het 'Körperlaboratoriums DDR' en ze omschreven hem als een "beruchte geschiedenisvervalser die de misdadige handelingen uit de DDR sport bagatelliseerde en de slachtoffers ervan ijskoud in het diskrediet bracht". Tijdens een boekbespreking van augustus 2011 ontkende Schur de door de staat verplichte doping in de Oost-Duitse sport. Door zijn uitspraken over het Oost-Duitse doping-netwerk, zijn visie over de legitimiteit van de muur en over het bevel tot schieten aan de Duitse binnenlandse grens, werd Schur uiteindelijk niet in de eregalerij opgenomen.

Zo'n 250 platgespoten sporters hadden zich verenigd in een 'Doping-Opfer-Hilfe', die vierhonderd 'gevallen' voor de rechter bracht. Voorzitter van de vereniging was de Duitse chirurg en sportarts Klaus Zöllig (1947-), die het aantal zieke atleten schatte op tweeduizend.

De Zuid-Afrikaanse atletiekbond benoemde sportarts Ekkart Arbeit (1941-) tot 'consultant coach'. Als sportwetenschapper werkte Arbeit mee aan het beruchte Oost-Duitse anabolenprogramma, maar daarnaast leverde hij aan de Stasi ook voor duizenden pagina's aan rapporten. Bij die geheime dienst stond hij bekend als Claus Tisch. Jarenlang gonsde het over geruchten van Arbeit's betrokkenheid bij doping. Volgens Banele Sindani (1955-2015) was dat helemaal geen reden om hem niet in dienst te nemen, volgens de Zuid-Afrikaanse sportbobo was het Oost-Duitse dopinggebruik immers nooit bewezen. De Zuid-Afrikaanse 'Sunday Times' zocht de Duitse dopingonderzoeker Werner Francke (1940-2022) op, die Arbeit maar al te goed kende. Volgens Francke speelde de wetenschapper een belangrijke rol in het dopingprogramma van de DDR. Misschien verstrekte hij zelf geen hormonen, maar hij controleerde wel de machinerie. Daarnaast bespioneerde Arbeit tussen 1969 en 1989 heel wat sporters, coaches, artsen, vrienden en collega's. Zo rapporteerde hij gevallen waar sporters en coaches hun verplichte dosis hormonen niet innamen. Via zijn spionage liquideerde hij ondermeer discuswerpster Karin Illgen (1941-), gewoon omdat ze met een buitenlander een ijsje was gaan eten. Heel zeker wist hij het niet, maar hij vermoedde dat de winnares van het brons op het EK van 1969 ook seksueel actief was geweest  met de kerel en daarmee was haar sportcarrière verleden tijd. In 1975 praatte hij Dagmar Weber aan de galg. Omwille van de ernstige bijwerkingen had de arts uit Rostock ethische bezwaren tegen het toedienen van anabolica. De Stasi zorgde ervoor dat ze nooit meer in sportmiddens kon werken. Ook in zijn vrije tijd spioneerde Arbeit. Hij struinde de hotels af die zowel door Westerlingen als door dissidenten werden bezocht en hij verklikte de atleten die contact zochten met het Westen. Met de steun van John Coates (1950-), baas van het Australian Olympic Committee, werd Arbeit in 1997 door de Australische atletiekbond binnengehaald. De geruchten als zou hij betrokken zijn geweest bij het Oost-Duitse dopingprogramma, werden door Coates afgedaan als onzin. De vragenstellers mochten niet vergeten dat Arbeit 'een systematische en wetenschappelijke sportieve kennis' kon voorleggen, orakelde Coates.

Eind april nam de Britse Olympisch kampioene zevenkamp Denise Lewis (1972-) Arbeit onder de arm als begeleider. Omdat hij de juiste persoon was voor het opvijzelen van haar conditie en het verbeteren van haar werptechniek, aldus Frank Dick (1941-) aan de journalisten van 'The Guardian'. Lewis zag geen ethische problemen om samen te werken met een Stasi-spion, wist de coach van Lewis en boezemvriend van Arbeit.

“Arbeit is door Duitse rechters nooit schuldig bevonden.”

Dat klopte, want volgens de Duitse wet was enkel die persoon schuldig die de medicijnen daadwerkelijk verstrekte of toediende, zelf diende Arbeit nooit een injectie toe.

Het jaar nadien verhuisde Arbeit naar Irak, waar hij de nationale ploeg moest ‘voorbereiden' op de OS van 2004.

Eind oktober 2002 overleed Manfred Ewald (1926-2002) op 76-jarige leeftijd aan een longontsteking. Ewald was van 1961 tot 1988 hoofd van de Oost-Duitse sportfederatie en van 1973 tot 1990 hoofd van het NOC. Maar bovenal was hij de hoofdverantwoordelijke van het Oost Duitse dopingprogramma.

Atletiek

Tijdens de Aziatische Spelen won Sunita Rani (1979-) uit India het goud op de 1500m en het brons op de 5000m. De dopingtest nadien kleurde echter positief voor nandrolon. Drie maanden later kreeg ze haar medailles terug omdat het onderzoek niet verlopen was volgens het boekje. Heel toevallig kwam haar nieuwe coach uit het voormalige Oostblok.

'These coaches come cheap,' verzuchtte de Indische krant 'The Tribune'.

Nadat de Oekraïense zevenkampster Ljoedmila Blonska (1977-) tijdens het EK van 2002 in München betrapt was op anabolica, werd ze twee jaar geschorst. Omdat ze geen geld had om in beroep te gaan zat ze haar straf uit. Daarna deed ze een succesvol wederoptreden met winst in de zevenkamp tijdens de Universiade van 2005 en tijdens het WK van 2006. In 2008 tijdens de OS van Beijing haalde ze zilver in dat nummer, maar plaatste ze zich met de derde beste sprong ook voor de finale van het verspringen. De dopingtest na de zevenkamp wees echter op het gebruik van anabolica, zodat ze haar zilveren medaille moest inleveren, niet aan de finale van het verspringen mocht beginnen en samen met haar echtgenoot en coach door de eigen federatie levenslang werd geschorst.

Tijdens de Commonwealth Games van 2002 in Manchester leverde de Engelse polsstokspringster Janine Whitlock (1973-) een positief staal af op methandienon, waarvoor ze twee jaar geschorst werd.

Autorennen

In 2001 tijdens de GP van Italië maakte de Tsjech Tomáš Enge (1976-) zijn debuut in de Formule I. Bij de Prost renstal verving hij de Braziliaan Luciano Burti (1975-) die in Francorchamps veertien dagen eerder zwaar was gecrasht. In totaal reed Enge drie GP's waarin hij geen punten haalde. In augustus 2002 testte hij positief op marihuana en moest hij zijn pas verworven titel in de Formule 3000 inleveren. In 2012 werd hij wegens doping achttien maanden geschorst.

Baseball

De Amerikaan Ken Caminiti (1963-2004) stopte in 2001 met competitie. In het juninummer uit 2002 van het Amerikaanse magazine 'Sports Illustrated' bekende hij het gebruik van steroïden.

“Ik heb duizenden misstappen begaan, ik denk niet dat het gebruik van steroïden er eentje van was.”

Hij schatte dat minstens de helft van zijn collega's doping nam. Daarnaast worstelde hij ook met een alcohol- en een cocaïneverslaving. In september 2004, vijf dagen voor zijn dood, testte hij voor de vierde keer positief op cocaïne en werd hij veroordeeld tot 180 dagen cel. Caminiti stierf in het Lincoln Hospital van New York. In eerste instantie scheen een hartaanval de oorzaak van zijn overlijden, maar de autopsie openbaarde “een acute intoxicatie als gevolg van gecombineerde effecten van cocaïne en opiaten, met een coronaire vaatziekte en hypertrofie van het hart als bijdragende factoren”. De namiddag voor zijn dood raakte hij bewusteloos in het appartement van een vriend, nadat hij zichzelf intraveneus een speed ball van cocaïne en heroïne had ingespoten.

Boksen

De Mexicaanse bokser Fernando Vargas (1977-) kroonde zich tweemaal tot wereldkampioen. ‘Ferocious’, ‘The Azteken Warrior’ of ‘El Feroz’, zoals zijn bijnamen waren, werd in 2002 na een positieve test op stanozolol negen maanden geschorst en beboet met honderdduizend dollar. Samen met vier vrienden was Vargas in 2001 veroordeeld tot 90 dagen huisarrest voor een aanval op Doug Rossi (1976-), die was tussengekomen bij een straatgevecht.

Gewichtheffen

Kunjarani Devi (1968-) was de meest gelauwerde Indiase sportvrouw in het gewichtheffen, maar testte positief op strychnine en kreeg daarvoor zes maanden schorsing en een boete van 1.200 USD.

Tijdens de Commonwealth Games moest Pratima Kumari (1974-) uit India haar gouden medaille inleveren nadat de dopingtest een positief resultaat aangaf op testosteron. Twee jaar later,net voor aanvang van de OS van Athene, testte ze positief op testosteron en dat betekende twee jaar naar de kant.

Handbal

De Deen Mads Lind (1980-) werd gepakt op het gebruik van anabole steroïden, meteen het eerste dopinggeval in de geschiedenis van het Deense handbal.

Judo

Als enige Braziliaanse judoka kroonde João Derly (1981-) zich tweemaal tot wereldkampioen. Na de Zuid-Amerikaanse Spelen in Bogota testte hij positief op diuretica, die hij geslikt had om in zijn gewichtsklasse te kunnen vechten.

Kano

Op het WK in Sevilla werd de Oekraïner Dmitriy Sabin (1979-)  tweede in de 200m sprint, maar  na een positieve dopingtest moest hij het zilver inleveren.

Schieten

Op zes verschillende Commonwealth Games won Phillip Adams (1945-) zo maar eventjes achttien medailles en daarmee is de Australiër de meest gelauwerde schutter uit de geschiedenis. Hij nam ook aan vier opeenvolgende OS deel. In juni 2002 reageerde hij positief op beta-blockers. Ondanks de Australische schuttersfederatie hem hiervoor vrijsprak, schorste het Australisch Olympisch Comité hem twee jaar, waardoor hij in 2004 niet naar de OS van Athene kon.

Tennis

De Spaanse Lourdes Domínguez Lino (1981-) kreeg drie maanden schorsing, toen bleek dat ze aan de cocaïne had gezeten.

Triathlon

De Braziliaanse Mariana Ohata (1978-) kreeg zestig weken schorsing toen men furosemide in haar urine vond. Na een tweede inbreuk in oktober 2009 moest ze zes jaar naar de kant, waardoor ze in eigen land niet kon deelnemen aan de OS.

Voetbal

Quim (1975-), de roepnaam van de Portugees Joaquim Manuel Sampaio Silva, verdedigde het doel van het nationaal elftal van Andorra en dat van de Portugese eersteklasser SC Braga. In 2002 werd hij zes maanden geschorst na een positieve plas op nandrolon.

In de urine van doelman Mark Bosnich (1972-) werd cocaïne gevonden. Chelsea ontbond zijn contract op staande voet en de FIFA schorste de Australiër negen maanden, voor hem redenen genoeg voor het beëindigen van zijn carrière. Op dat ogenblik verdiende hij zo’n vijftigduizend Euro per week, en dat als tweede doelman van het eerste elftal, waarin hij geen enkele wedstrijd speelde. Zijn cocaïneverslaving kostte hem wekelijks vierduizend Euro, hij leefde als een kluizenaar en snoof dagelijks zo'n tien gram van het goedje. Op zekere dag schoot hij zijn vader bijna overhoop, omdat hij dacht dat het een inbreker was. In 2008 werd hij door een Britse Rechtbank failliet verklaard.

De Portugese voetbalbond riep Daniel Kenedy (1974-) op voor de World Cup van 2002, maar na een positieve test op furomeside en nandrolon moest hij thuis blijven, met een schorsing van achttien maanden bovenop.

De Britse doelman Billy Turley (1973-) van Rushden&Diamonds testte positief op nandrolon, maar kwam er vanaf met een waarschuwing. In 2004 was het echter opnieuw van dat, dit keer met cocaïne. De FIFA schorste hem zes maanden en zijn ploeg zette hem op straat.

De getalenteerde vleugelspeler Leon Jeanne (1980-) was al eens gearresteerd voor rijden onder invloed. In 2001 testte de Welshman opnieuw positief en kreeg hij twee jaar voorwaardelijk. In mei 2002 werd hij aangeduid voor een dopingcontrole, maar in het labo bleek dat de afgeleverde vloeistof geen urine was. Toen hij een tweede plas weigerde, gooide Cardiff hem op straat. In september 2002 werd hij samen met twee andere mannen, aangehouden voor het verhandelen van drugs. Tijdens de rechtszaak bekende hij zijn cocaïneverslaving. In juli 2009 volgde een nieuwe arrestatie, dit keer voor het witwassen van geld. In mei 2015 vloog hij 30 maanden achter de tralies voor het dealen van cocaïne, heroïne en cannabis. Hij maakte deel uit van een bende die in Gloucester en omstreken crack, cocaïne en heroïne verkocht, zelf was hij verantwoordelijk voor de streek van Cardiff.

Spits Euzebiusz 'Ebi' Smolarek (1981-) werd 46 keer geselecteerd voor het Poolse elftal, maar na de wedstrijd Feyenoord - PSC Eindhoven voor de UEFA-cup werd hij betrapt op het gebruik van cannabis. Eigenaardig genoeg was dat product in Nederland niet verboden en stond het er zelfs niet op de lijst van verboden middelen. De UEFA schorste hem uiteindelijk voor twee Europese wedstrijden. Nochtans had hij het goedje niet gerookt, het verhoogde cannabisgehalte had hij te danken aan het eten van reformrepen, waarin het stimulerende plantenextract verwerkt was.

Wielrennen

In het wetenschappelijk tijdschrift Neurology verscheen het artikel 'Cyclist’s doping associated with cerebral sinus thrombosis' van de Spaanse neuroloog José Manuel Martínez Lage (1935-2024), waarin de casus beschreven werd van een Spaanse renner die zich bij zijn arts had aangemeld met hevige hoofdpijn. Onderzoek wees een verminderde hoeveelheid cerebro-spinale vloeistof uit, gecombineerd met een trombose. Volgens de auteur kon dit enkel verklaard worden door een langdurige toediening van EPO en groeihormonen gecombineerd met hoge dosissen vitaminesupplementen, iets wat de atleet nadien ook bekende.

In juni werden in Reims zes renners veroordeeld tot gevangenisstraffen, wegens het gebruik van de beruchte Pot Belge. De Belgische hoofdleverancier André Delrue (1963-) mocht vier jaar brommen en voormalig baanrenner en meervoudig Frans kampioen Philippe Boyer (1956-) kreeg twee jaar cel waarvan de helft met uitstel. De zaak kwam aan het licht toen de Franse liefhebber André Cordelette (1960-) tijdens een wedstrijd in elkaar stuikte en in allerijl werd opgenomen in het CHU Reims, in zorgwekkende toestand met cardiale problemen. In zijn zakken vond men een fiole met amfetamines en cafeïne, die vondst bracht het netwerk van 'Pot Belge'-leveranciers aan het licht. Cordelette moest later zelfs een harttransplantatie ondergaan. In 2003 publiceerde Boyer zijn autobiografie 'Champion, flic et voyou' (Kampioen, agent en misdadiger).

Begin december 2002 startte in het Franse Rennes het proces tegen twaalf beklaagden die de 'Pot Belge' hadden verkocht. Spilfiguur was de Franse oud-renner Patrick Béon (1950-), die in 1976 in in de Ronde van België betrapt was op amfetaminegebruik. De zaak kwam aan het rollen toen de douane aan de Frans-Belgische grens een aan de moeder van Béon geadresseerd pakje met 30 fiolen 'Pot Belge' onderschepte. Na bekentenissen van Béon kwam heel wat boven water.

Enkele maanden voordien had de mecanicien van AG2r Philippe Tomasina (1960-), in de Tour de France zijn koffers mogen pakken, omdat ook hij in het hele verhaal verweven was. Groot probleem was wel dat men door de manke samenwerking van de justitie-apparaten van de verschillende landen nooit kon doordringen tot de top van het doping-netwerk.

Bij het handeltje waren ook de Franse oud-renners Pascal Chanteur (1968-), Sébastien Guénée (1972-), Stéphane Ravaleu (1974-), Marc Madiot (1959-), Jacky Durand (1967-) en Roland Leclerc (1963-) betrokken. Na zijn sportieve carrière werd Béon sportdirecteur, maar hij schakelde vrij vlug over op de verkoop van de ’Brillen Bollé’. Hij was veel onderweg en om het helse tempo te kunnen aanhouden, maar ook om ongebreideld te kunnen feesten, gebruikte hij opnieuw amfetamines. Vrij vlug startte hij ook met het dealen en zo kwam hij in contact met de Nederlander Pete Boot (1950-), die hem de 'Pot Belge' leverde aan 320,- Franse Frank, die Béon dan weer doorverkocht voor 1.400 Franse Frank. Tijdens het verhoor benadrukte Béon dat hij nooit verkocht had aan renners, maar dat de Franse verzorger en oud-renner Erwan Menthéour (1973-) zijn grootste afnemer was. Ook de zoon en de broer van Béon zaten in de beklaagdenbank. Door toedoen van zijn vader experimenteerde de zoon overigens zelf met doping. In januari 2003 viel het verdict. Patrick Béon (1950-), sportief medewerker Serge Degnati (1963-) en verzorger Jean-Yves Verger (1956-) werden elk tot drie jaar gevangenis veroordeeld, waarvan twee voorwaardelijk. Philippe Tomasina (1960-) moest dertig maanden brommen, waarvan twintig voorwaardelijk. De andere beklaagden kregen gevangenisstraffen van vier tot tien maanden. De bende moest ook 60.350 Euro betalen aan de douane.

In zijn autobiografie bekende de Deen Brian Holm (1962-) dat hij in 1996 bij twee gelegenheden EPO had gebruikt. Gelukkig voor hem kostte zijn bekentenis hem niet zijn baan als manager van de nationale ploeg, ondanks enige bezorgdheid vanwege de Deense Bond over zijn rolmodel voor jonge renners. In 2004 werd bij hem darmkanker vastgesteld, die operatief werd verwijderd en waarvan hij herstelde. Nadien werd Holm sportbestuurder bij Telekom en Omega Pharma-Quickstep.

In 2002 bekende de Italiaanse renner Filippo Simeoni (1971-) dat dokter Michele Ferrari (1953-) hem in 1996 en 1997 had aangeleerd hoe men EPO en groeihormoon gebruiken moest. In de gerechtszaal getuigde hij dat hij al sedert 1993 doping gebruikte.

Bij een onaangekondigde controle testte Jan Ullrich (1973-) positief op xtc. De Duitser herstelde van een knieblessure en bezocht regelmatig de lokale discotheek. Volgens hem moest de xtc die hij daar gebruikte zijn prestaties op de dansvloer verbeteren.

In de Ronde van Oostenrijk testte de Ier David McCann (1973-) positief op norandrosteron dat in een voedingssupplement zat, terwijl dit niet op de verpakking stond. Dankzij dit bewijs kreeg hij de minimale straf van zes maanden schorsing en tweeduizend Zwitserse Frank boete.

In de Ronde van Oostenrijk werd de Italiaan Valentino Fois (1973-2008)  betrapt op het gebruik van nandrolon. Voor die derde overtreding kreeg hij drie jaar schorsing en een boete van achtduizend Zwitserse Frank. In 1997 had hij al eens positief getest op het gebruik van testosteron tijdens de Ronde van Zwitserland en datzelfde jaar een tweede keer tijdens de Ronde van Polen, wat hem toen twaalf maanden toekijken opleverde. Fois kreeg last van depressies en in 2007 zat hij honderd dagen in de gevangenis wegens het stelen van twee laptops. Op 34-jarige leeftijd stierf hij in 2008 onverwacht aan de gevolgen van een acute longontsteking. Zijn lichaam was door alcohol- en drugsgebruik zodanig verzwakt, wat bij insiders de vergelijking opriep met de vroege dood van zijn grote vriend Marco Pantani (1970-2004).

De Oostenrijker Arno Kaspret (1964-) kreeg twee jaar schorsing na een positieve test op efedrine. Toen hij in 2008 positief reageerde op norandrosteron schorste de Österreichs Nationale Dopingagentur (NADA) hem levenslang.

Bij de start van de Giro d'Italia werd de Italiaan Roberto Sgambelluri (1974-) op het gebruik van NESP betrapt, wat hem een jaar schorsing opleverde.

Bij een controle tijdens de Giro d'Italia vertoonde de urine van de Italiaan Gilberto Simoni (1971-) sporen van cocaïne. Als excuus haalde hij aan dat hij snoepjes had gegeten uit Zuid Amerika, die waarschijnlijk besmet waren met het product.

Na de vijfde etappe van de Giro d’Italia arresteerde de politie de Italiaan Nicola Chesini (1974-) wegens het bezit van verboden producten.

De Italiaan Stefano Garzelli (1973-), in 2000 nog winnaar van de Giro d'Italia, werd tijdens de editie van 2002 betrapt op diuretica en op het maskeermiddel probenecide. Volgens Garzelli was de vondst het gevolg van een 'vervuild waterhoen' eten eerder die week. Hij moest de Giro verlaten, kreeg negen maanden schorsing en een boete van 100.000 Zwitserse Frank, waarvan de helft met uitstel.

De Rus Faat Zakirov (1974-) werd uit de Giro gekieperd toen men sporen van NESP vond. Hij werd een jaar geschorst, maar kreeg er van de Court of Arbitration for Sport (CAS) nog een jaartje bovenop. De Rus was meteen de eerste renner die voor dat product bestraft werd.

Het Amerikaanse team US Postal stuurde de Italiaan Gianpaolo Mondini (1972-) wandelen, toen carabinieri tijdens de Giro d'Italia EPO en groeihormonen vonden bij de inval in zijn hotelkamer.

De Italiaan Roberto Conti (1964-) kreeg zes maanden schorsing toen men tijdens de Giro d'Italia NESP, hasj en cafeïne in zijn kamer vond.

De Deen Lars Brian Nielsen (1970-) testte positief op hoge dosissen cafeïne en werd daarvoor uit de nationale ploeg gegooid die zou deelnemen aan het WK in Ballerup. In 1998 had hij al eens positief getest op nandrolon met twee jaar schorsing als gevolg.

De Amerikaan Scott Moninger (1966-) kreeg een jaar schorsing, omdat hij in de Saturn Cycling Classic 19-norandrosterone had gebruikt.

Juan Pineda (1975-), een andere Amerikaan, testte positief op 19-norandrosteron en 19-noretiocholanolone na de First Union Invitational in Lancaster, Pennsylvania. Hij kreeg twee jaar schorsing.

De Pool Piotr Przydzial (1974-) van het CCC-Polsat team testte positief op EPO tijdens de 55ste Vredeskoers, wat hem twee jaar schorsing opleverde. Het jaar voordien mocht hij in diezelfde wedstrijd zelfs niet starten omdat zijn hematocriet toen boven de 50% lag.

Nadat de Litouwer Raimondas Rumšas (1972-) derde eindigde in de Tour de France werd hij daags na de aankomst op de Parijse Champs Elysées door zijn ploeg Lampre geschorst, omdat de politie EPO en testosteron had gevonden in de auto van zijn vrouw. Rumšas zelf ontkende ook maar iets te hebben gebruikt, zijn vrouw hield vol dat de producten voor haar moeder waren bestemd. In 2003 ontsloeg de ploeg Lampre haar Litouwer, toen bleek dat hij dat jaar EPO had gebruikt  tijdens de Giro d'Italia, wat hem een jaar schorsing opleverde. In juni 2005 werd hij gearresteerd en in januari 2006 veroordeelde de Franse justitie hem samen met zijn vrouw tot vier maanden cel en drieduizend Euro boete. De Poolse arts die de verboden middelen had voorgeschreven vloog twaalf maanden achter de tralies. Op 2 mei 2017 overleed Rumšas' zoon Linas (1995-2017) op 21-jarige leeftijd. In september van dat jaar raakte bekend dat zijn vader één van de vijf verdachten was in het onderzoek naar de dood, toen er verboden middelen werden gevonden in zijn woning. In oktober raakte bekend dat zijn andere zoon Raimondas junior (1994-) de maand voordien positief had getest op het groeihormoon GRHP-6.

De Zwitser Stefan Rütimann (1978-) testte in 2001 tijdens de Ronde van Romandië positief op testosteron, wat hem toen zeven maanden schorsing kostte. Toen hij in 2002 in diezelfde wedstrijd opnieuw werd betrapt kreeg hij vier jaar aan zijn broek. Voor hem voldoende om er definitief mee te kappen.

In 1999 raakte Frank Vandenbroucke (1974-2009) verwikkeld in de affaire van zijn van dopinghandel verdachte sportarts Bernard Sainz (1943-). Vandenbroucke werd opgeroepen als getuige en vrijgesproken. Tijdens een huiszoeking bij Vandenbroucke trof men begin 2002 EPO, morfine en clenbuterol aan, waarvoor hij geschorst werd. 'VDB' verklaarde doodleuk dat die geneesmiddelen bestemd waren voor zijn zieke hond. In eerste aanleg kreeg hij een werkstraf van tweehonderd uur, in beroep werd het een boete van 250.000 Euro. Vandenbroucke ging in cassatie en werd begin 2007 vrijgesproken, waarop het parket-generaal op zijn beurt cassatie aantekende. Privé kende Vandenbroucke heel wat problemen: depressies en druggebruik, twee echtscheidingen, tweemaal dronken achter het stuur, een zelfmoordpoging, aankoop van cocaïne. Tijdens een vakantie in Senegal overleed Vandenbroucke op 12 oktober 2009 in verdachte omstandigheden.

De dopingcontrole na een rit in de ronde van Denemarken wees uit dat Matthias Buxhofer (1973-) Norandrosteron had gebruikt, wat de Oostenrijker twee jaar schorsing opleverde.

Nadat Zinaida Stahoerskaja (1971-2009) in 2000 wereldkampioene was geworden op de weg, won de Wit-Russische in 2001 de Giro d’Italia. Die zege moest ze echter inleveren nadat men een diureticum in haar urine had gevonden. Bovendien kreeg ze vier maanden schorsing. In 2004 testte ze positief op efedrine en dat leverde haar opnieuw twee maanden schorsing op. In 2005 volgde een derde inbreuk dit keer op stanozolol en testosteron, wat twee jaar thuisblijven betekende. In 2009 overleed ze nadat ze op training was aangereden door een auto.

De Fransman Freddy Bichot (1979-) won de nationale titel bij de amateurs. Na het kampioenschap bleek dat hij corticoïden had gespoten en daarvoor werd hij zes maanden geschorst.


rdsm