Geschiedenis van de Sportgeneeskunde - 1900

In Duitsland werd voor het eerst het woord 'Sportarzt' gebruikt.

Ondanks hun erbarmelijke organisatie van de Olympische Spelen van 1900 in Parijs hadden de organisatoren ambulances en EHBO-posten opgesteld langs het circuit, die bemand waren met artsen en verpleegsters.

De Duitse arts en fysioloog Georg Friedrich Nicolai (1874-1964) was aan de Berlijnse Universiteit La Charité één van de grondleggers van de Duitse sportgeneeskunde. Omwille van het opkomende antisemitisme emigreerde hij in 1922 naar Argentinië en later naar Chili. Onder de bescherming van de Duitse internist Friedrich Kraus (1858-1936), die ook directeur was van de II. Medizinischen Klinik der Charité, was Nicolai de eerste die het ECG gebruikte bij sportonderzoeken. Samen met Kraus publiceerde hij 'Das Elektrokardiogramm des gesunden und kranken Menschen'.

De Amerikaanse fysioloog Wilbur Otwin Atwater (1844-1907) onderzocht de roeiers van Harvard en Yale en ontdekte dat hun dieet uit 15,6% eiwit, 40,7% vet, 44,2% koolhydraten bestond, of een totaal van 4.085 Kcal/dag.

In 1900 werd in Parijs la Société de Kinésithérapie (S.D.K.) opgericht, die uit zestien stichtende leden bestond, een vrouw, drie nationale en zes internationale correspondenten. De vereniging stelde zich tot doel

"het groeperen van artsen die betrokken zijn bij de medische gymnastiek en massage, observaties en ervaringen met betrekking tot deze tak van de geneeskunde te verzamelen, maar ook om de ethische en professionele kwesties van die specialiteit te onderzoeken en te bestuderen".

Professor Etienne-Jules Marey (1830-1904) was de eerste ere-voorzitter.

De Amerikaanse antropoloog Fred Smedley ontwikkelde de eerste isometrische dynamometer met parallelle hendels om een verstelbare grip te hebben. De grootte van het handvat werd aangepast door aan de binnenkant van de handgreep aan een schroef te draaien.

In Kiel werd de ‘Kieler Lehranstalt für Heilkunst’ opgestart, de eerste Duitse school voor Fysiotherapie.

In 1900 onderzocht de Duitse natuurkundige en chemicus Walther Nernst (1864-1941) de stimulatiestromen. Hij stelde vast dat ze geen veranderingen aan de ionenstructuur van het menselijk lichaam veroorzaakten en daardoor dus ongevaarlijk waren.

Rond de eeuwwisseling doken de thermen als paddenstoelen uit de grond.

De Franse fysioloog Jules Marey (1830-1904) gebruikte de chronofotografie op de Olympische Spelen van 1900 in Parijs om de geheimen van de kampioenen te onthullen. Met zijn chronofotografisch geweer kon Marey per seconde twaalf opeenvolgende frames op een enkele foto vastleggen.

Margaret Gast (1876-1968) werd in het Duitse Beieren geboren maar emigreerde op 16-jarige leeftijd naar de Verenigde Staten. Haar oorspronkelijke familienaam was Nagengast, maar om in de States gemakkelijker aanvaard te worden verkortte ze die tot Gast. Ze was een van de eerste vrouwelijke renners en in juni 1900 bracht ze het wereldrecord van de 1.000 mijl op 120 uur. Nadat ze stopte met wielrennen, opende ze een massage-studio in Manhattan evenals het pensionnetje ‘the little Dutchess Inn’ in Pawling, New York. Tot haar 84ste verjaardag oefende ze het beroep van masseuse uit.

De Fransman Emile Peyre (1876-1948) was de eerste wielrenner die zich omschoolde tot masseur. Hij vestigde zich in Parijs en had meteen een druk bezochte praktijk, met heel wat kampioenen uit het wielrennen, het worstelen en de atletiek. Het leverde hem al vlug de bijnaam op van de man met de gouden vingers.


rdsm