Geschiedenis van de Sportgeneeskunde - 1911

De Duitse sportarts Arthur Mallwitz (1880-1968) opende in Dresden het eerste instituut voor sportonderzoek, waarbij heel wat bekende artsen en fysiologen betrokken werden. In dat laboratorium voerden de Duitse fysioloog RenĂ© Du Bois-Reymond (1863-1938), de Oostenrijkse internist Friedrich Kraus (1858-1936) en de Duitse cardioloog Georg Friedrich Nicolai (1874-1964) radiologische, ergometrische en anthropometrische onderzoeken uit op sporters. Het gebouw lag in de onmiddellijke omgeving van een stadion met atletiekpiste, zwembad en tennisvelden, zodat men de sporters meteen na hun training of competitie kon onderzoeken.

De Engelse fysioloog Claude Gordon Douglas (1882-1963) ontwikkelde de naar hem genoemde Douglas-zak, waarin hij de lucht opving tijdens een inspanningsproef om de zuurstofconsumptie te kunnen berekenen. De voornaamste kritiek op het collecteren van uitgeademde lucht was de permeabiliteit van koolstofdioxide bij het gebruik van rubber. Dat loste men op door de binnenzijde van de zak met zilverpapier te bekleden en daarna te vulkaniseren. Tijdens spierarbeid kon de uitgeademde lucht van een proefpersoon op nauwkeurig gecontroleerde tijdstippen verzameld worden in verschillende achter elkaar gekoppelde zakken van 100 of 200 liter. Bij het ledigen van de zak werd de inhoud ervan gemeten via een gasmeter. Via een kleine buisje werd een staaltje lucht afgenomen voor de chemische analyse van het O2 en CO2-gehalte. Dat gebeurde eerst met het gasanalyse-toestel van de Schotse arts John Scott Haldane (1860-1936) en later via dat van de Zweedse fysioloog Per Frederik Scholander (1905-1980).

Claude Lauraine Hagen uit New York vroeg een patent aan voor zijn Hagen's Training Machine, dat hem in 1913 werd toegekend. Voor die tijd was de loopband verrassend gedetailleerd en vooruitstrevend. Zo had Hagen bijvoorbeeld voorzien dat zijn machine gemakkelijk kon opgevouwd worden voor transport .

In eigen land was de Zwitserse arts Wilhelm Knoll (1876-1958) een van de pioniers van de sportgeneeskunde. In het kader van lichamelijke opvoeding onderzocht hij de fysieke groeiveranderingen. In 1911 toonde hij de resultaten van deze in 1906 begonnen studie in Dresden aan de Hygiene-Ausstellung.


rdsm