In 1916 beschreven de Amerikaanse fysiologen Francis Gano Benedict (1870-1957) en Edna H. Tompkins (1881-1965) een klinische respiratiekamer, die zij ontwierpen voor een accurate bepaling van het respiratoire quotiënt tijdens periodes van één uur of langer. Hiervoor gebruikten zij een universeel respiratietoestel, maar de kamer was amper groot genoeg om de proefpersoon nog comfortabel te laten zitten. Het door Francis Gano Benedict (1870-1957) ontwikkelde toestel voor het meten van het basaal metabolisme kon zowel de CO2 als de O2 meten.
In zijn bijdrage 'The respiratory exchange of animals and man' beschreef de Deense Professor fysiologie August Krogh (1874-1949) zijn spirometriesysteem voor het meten van het basale metabolisme. Het toestel was een aanpassing van de door de Britse fysiologen John Burdon Haldane (1892-1964) en Claude Gordon Douglas (1882-1963) gebouwde apparaten. Het was voorzien van kleppen en de lucht circuleerde door de ademhaling van de proefpersoon. Een vat met natriumcarbonaat kon 1000 liter koolstofdioxide absorberen, de hoeveelheid die een persoon gedurende 70 uur kan produceren in rust. De spirometer gaf een kwantitatieve registratie van de ademhalingsbewegingen en regelde de zuurstofopname via een elektrisch circuit. Door het circuit te sluiten telkens een bepaalde hoeveelheid werd doorgelaten werd de zuurstof uit de cilinder elektrisch registreert . Wanneer een experiment verlengd moest worden voor een langere periode, of als de zuurstofabsorptie te snel was, zoals bij intensieve spierarbeid, moest de toegelaten zuurstof bijna volledig zuiver zijn om te voorkomen dat het zuurstofpercentage in het kleine apparaat daalde. Het apparaat liet geen directe koolstofdioxidebepaling toe. Als dergelijke bepalingen nodig waren, werden monsters van geëxpireerde en geïnspireerde lucht uit de vaten en getrokken. Door deze monsters op koolstofdioxide en zuurstof te analyseren bepaalde men de ademhalingsquotiënt. Door de analyseresultaten te vermenigvuldigen met de ventilatie die bepaald werd op basis van een grafische opname, kon men de totale ademhalingsuitwisseling ook over kortere periodes gemeten worden .
Op pagina 40 van het boek 'A Comparison of Methods for Determining the Respiratory Exchange of Man' van de Amerikaanse fysioloog Thorne Martin Carpenter (1878-1971) verscheen een beschrijving van een spirometer waarmee men ook het basaal metabolisme kon meten.