Geschiedenis van de Sportgeneeskunde - 1935

Wolfgang Holzer (1906-1970) van het Physiologisches Institut der Universität Wien ontwikkelde in 1935 de wrijvings-ergometerfiets. In plaats van een achterwiel gebruikte hij een remschijf waarover een staalband liep. Aan de ene zijde bevestigde hij de staalband aan een bodemplaat met een veer en aan de andere zijde hing hij een gewicht. Naargelang de gewenste belasting kon dat tegengewicht gewisseld worden.

De Amerikaanse cardioloog Leonard Katz (1926-1972) bevestigde de bevindingen van Paul Wood (1907-1962) en Charles C. Wolferth (1887-1965) wat de pre-cordiale afleidingen betreft, maar vond dat afleiding 5 beter is dan afleiding 4 voor het waarnemen van ST-veranderingen. Hij toonde ook aan dat het aantal negatieve responsen verminderd kon worden door pre-cordiale afleidingen te gebruiken  bij patiënten met een voorgeschiedenis van klassieke angina. Hij trachtte zijn inspanningstest te standaardiseren door zijn proefpersonen halters te laten tillen terwijl ze op een tafel lagen. Katz besprak eveneens het mechanisme van pijn en ischemie en relateerde een bepaalde irriterende stof met het katabolisme in het myocardium. Daarnaast rapporteerde hij over het gebruik van zuurstofgebrek om karakteristieke veranderingen in het ST-segment teweeg te brengen. Hij ging nog een stap verder door dezelfde veranderingen te produceren met intraveneuze epinefrine.

Het Katz-Wachtel-fenomeen is naar hem en zijn collega Franz Maximilian Wachtel genoemd. Dit fenomeen wordt gezien op een ECG en wordt gekenmerkt door het optreden van hoge R-toppen in zowel de linker als de rechter pre-cordiale afleidingen (V2-V6). Het wordt vaak geassocieerd met linker ventrikel hypertrofie, wat een vergroting van de spiermassa van de linker hartkamer betekent, vaak als gevolg van langdurige hoge bloeddruk of andere hartziekten.


rdsm