Sportarts-Sporter 1871-1873

1871

Op de Olympische Spelen van 1900 in Parijs won de Nederlandse roeier Herman Brockmann (1871-1936) goud in de twee met stuurman, zilver in de vier met stuurman en brons in de acht met stuurman. In die drie nummers was hij telkens de stuurman van dienst. Hij studeerde af aan de Universiteit van Amsterdam en vestigde zich als huisarts in de Nederlandse hoofdstad.

1872

William Eldon Tucker (1872-1953) was een rugbyspeler uit Bermuda, die in clubverband uitkwam voor de Engelse ploegen Cambridge University, St. George’s Hospital en Blackheath. Hij werd vijf keer voor de Britse nationale ploeg geselecteerd. Hij studeerde af aan het St. George’s Hospital, specialiseerde zich in Chirurgie en keerde terug naar Bermuda waar hij Heelkunde beoefende in het King Edward VII Memorial Hospital. Tijdens Wereldoorlog I was hij chirurg aan het front waar hij liefst 150 amputaties uitvoerde.

1873

Sir Andrew Balfour (1873-1931) speelde rugby bij Watsonians en Cambridge University en werd een keer opgeroepen voor de Schotse nationale ploeg. Hij studeerde af aan de Edingburgh University en vestigde zich als huisarts in de praktijk van zijn vader. Twee jaar later ging hij echter opnieuw studeren en specialiseerde hij zich in de Preventieve Geneeskunde en Tropische Ziekten. Hij week uit naar Afrika en was er chirurg in de Tweede Boerenoorlog. Daarna werkte hij twaalf jaar lang als Medical Officer in de Soedanese hoofdstad Khartoum, waar hij erin slaagde om het aantal malariadoden met 90% te verminderen door de broeihaarden van de muggen te verwijderen en de watervoorzieningen te verbeteren. Dank zij het drijvend laboratorium geschonken door Henry Wellcome (1853-1965), de stichter van het gelijknamig farmaceutisch bedrijf, kon hij aan de boven Nijl wetenschappelijk onderzoek doen, vooral naar de bloedziekte spirochaetosis. In 1912 keerde hij wegens gezondheidsproblemen terug naar Groot-Brittannië waar hij in Londen zowel het Wellcome Bureau of Scientific Research als het Wellcome Museum of Medical Science oprichtte. Het jaar nadien deed hij wetenschappelijk onderzoek in Zuid Amerika en West Indië. Tijdens Wereldoorlog I diende hij bij het Royal Army Medical Corps en haalde hij de rang van Luitenant-kolonel. In 1923 werd hij tot directeur benoemd van de London School of Hygiene & Tropical Medicine.

Thomas Crean (1873-1923) speelde rugby bij het Ierse Leinster en de Wanderers, maar werd ook voor Ierland en de ploeg van de Britse eilanden opgeroepen. Tijdens Wereldoorlog I voltrok hij zijn militaire dienst bij het Royal Army Medical Corps. Nadat hij afstudeerde was hij als Medical Officer verantwoordelijk voor de koninklijke paardenrenbaan op Ascot en had hij een eigen praktijk in de Harley Street van het Londense Westminster. Zijn oorlogsverleden bezorgde hem gezondheidsproblemen en noodgedwongen moest hij zijn praktijk stoppen, waardoor hij in financiële problemen kwam en zelfs bankroet werd verklaard. Op 49-jarige leeftijd overleed hij aan de gevolgen van diabetes.

William Hancock (1873-1910) speelde cricket in de hoogste Engelse competitie bij Somerset. Hij vertegenwoordigde Engeland ook in het tennis en een zware knieblessure verhinderde een internationale rugbycarrière. Na zijn studies Geneeskunde specialiseerde hij zich eerst in Chirurgie, waarna hij zich in 1896 bekwaamde in Oftalmologie. Eerst ging hij werken in de Royal Westminster Ophtalmic Hospital en daarna in de Royal London Ophtalmic Hospital, de East London Hospital for Children, de Bolingbroke Hospital en de Central London Ophtalmic Hospital. In december 1909, na achttien maanden buikpijn, liet hij zich eindelijk opereren van appendicitis. De operatie verliep vlot, maar ’s anderendaags stierf hij aan de gevolgen van een longembolie.


rdsm