Sportarts-Sporter 1890-1891

1890

Op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen haalde Jacques Forestier (1890-1978) zilver met de Franse rugbyploeg. Daarnaast was hij ook een uitstekend zwemmer en skiër. Hij studeerde af als arts en specialiseerde zich in Inwendige Geneeskunde in het Parijse l’Hôpital Cochin. Hij bekwaamde zich in Reumatologie en stichtte in 1928 'La Société Française de Rheumatologie'. Hij introduceerde de goudzouten voor de behandeling van reumatoïde arthritis en werd vooral bekend voor zijn werk over polymyalgia rheumatica en wervelkanaalstenose of de ziekte van Forestier. Ook het Forestier's bowstring sign en het Forestier-Certonciny syndrome zijn naar hem vernoemd

John Leonard "Doc" Lavan (1890-1952) was twaalf seizoenen lang shortstop in de Amerikaanse Major League Baseball. Hij speelde 1.163 wedstrijden voor achtereenvolgens St.Louis Browns, Philadelphia Athletics, Washington Senators en St.Louis Cardinals. In 1911 studeerde hij af aan de University of Michigan en werd hij achtereenvolgens City Health Officer in New York City, St.Louis, Kansas City, Toledo, Kalamzoo en Grand Rapids. Hij was ook directeur van de nationale onderzoekstichting voor kinderverlamming en in beide Wereldoorlogen diende hij als chirurg bij de Amerikaanse Navy.

Op de Olympische winterspelen van 1924 in Chamonix won Howard Somervell (1890-1975) goud in het onderdeel mixed alpinisme, waarin hij trouwens de enige deelnemer was. Die medaille werd hem door Pierre de Coubertin (1863-1937) uitgereikt als eerbetoon voor zijn beklimming van de Mount Everest in 1922 en 1924. Na zijn studies Geneeskunde in Cambridge specialiseerde Somervell zich aan het Londense University College Hospital in chirurgie. Tijdens de eerste Wereldoorlog was hij een van de vier chirurgen die in Frankrijk tijdens het gevecht om de Somme opereerde in een tent. Van 1925 tot 1949 werkte hij in het zuidelijke Tarvancor Medical Mission, dat uitgroeide tot een van de grootste missiehospitalen van de wereld. Hij was er ook een van pioniers in de behandeling van lepra, die tot dan toe als ongeneeslijk werd beschouwd. In 1949 werd hij aan het Indische Vellore Christian Medical College tot Professor Chirurgie benoemd. Hij verbleef er tot aan zijn pensionering in 1961. Toen keerde hij terug naar Engeland waar hij drie jaar lang voorzitter van de Alpine Club was. Hij is ook de auteur van zeshonderd schilderijen, waarvan meer dan tweehonderd de Himalaya of Tibet als onderwerp hadden.

1891

Just Göbel (1891-1984) verdedigde van 1910 tot 1922 het doel van de Nederlandse eersteklasser Vitesse. De Nederlander van Indonesische afkomst werd ook 22 keer voor het Nederlandse elftal opgeroepen en meerdere keren gekroond als beste doelverdediger van Europa. Op de Olympische Spelen van Stockholm won hij de bronzen medaille met het Nederlandse elftal. Hij studeerde af als arts maar liep in het laboratorium een oogblessure op, waarop hij besliste om niet meer te voetballen. Hij specialiseerde zich in cardiologie.

De Britse kogelstoter Rex Woods (1891-1986) vertegenwoordigde zijn land op de Olympische Spelen van 1924 in Parijs en op die van 1928 in Amsterdam. Ook in rugby stond hij zijn mannetje. Tijdens de eerste Wereldoorlog was hij in Frankrijk Kapitein-geneesheer bij het Royal Army Medical Corps en tijdens de tweede Wereldoorlog deed hij dat nog eens over als Majoor en Chirurg in Mauritius en Madagascar. Met ex-roeier Edward Bevan (1907-1988), die in 1928 goud haalde op de Olympische Spelen van Amsterdam, deelde hij een groepspraktijk in Cambridge.


rdsm