1898
De Serviër Mihailo Andrejka (1898-1989) werd in Bulgarije als oorlogsvrijwilliger aangehouden tijdens de eerste Wereldoorlog. Tijdens zijn gevangenschap voetbalde hij voor de Bulgaarse elftallen Levski en FK13. Na de bevrijding speelde hij in Oostenrijk voor de Wiener Sportklub. In 1930 werd hij secretaris van Buitenlandse Zaken, maar maakte hij op het WK in Uruguay ook deel uit van de Servische ploeg. Hij was voorzitter van zowel de Arbitrage Commissie als de Medische Commissie van de FIFA. Van 1953 tot 1969 was hij hoogleraar aan de Faculteit van Geneeskunde in Belgrado.
De in Schotland geboren Canadese roeier Ivor Campbell (1898-1971) won zilver met de vier met stuurman op de Olympische Spelen van 1924 in Parijs. In 1926 studeerde hij af aan de University of Toronto en als psychiater begeleidde hij de Royal Canadian Air Force tijdens de tweede Wereldoorlog. Daarna switchte hij naar het Amerikaanse leger waar hij Kolonel-chirurg werd bij het United States Army Air Force. In Frankrijk werd hij met 'La Croix de Guerre' gelauwerd voor zijn onbaatzuchtige hulp aan de Franse bevolking. Na de oorlog vestigde hij zich als psychiater in het Amerikaanse Portland, waar hij ook hoofd werd van de psychiatrische afdeling van de Veteran’s Administration.
Lou Hudson (1898-1975) won goud met de Canadese ijshockeyploeg op de Olympische Winterspelen van 1928 in Sankt Moritz. In de drie gespeelde wedstrijden scoorde hij vier doelpunten. In 1926 studeerde hij af aan de University of Toronto en na de Spelen vestigde hij zich daar als huisarts.
Hans Tetzner (1898-1987) voetbalde in de Nederlandse competitie bij Be Quick en bij de Zwaluwen en werd acht keer voor het Nederlands elftal geselecteerd. In 1924 betwistte hij met dat elftal de Olympische Spelen van Parijs. Blijkbaar is hij de uitvinder van de buitenspelval. Tetzner was ook een goed schaatser en speelde ook tennis, waarin hij de halve finale van het Nederlands kampioenschap dubbelspel bereikte. Hij studeerde af aan de Universiteit van Amsterdam en specialiseerde zich in Orthopedische Heelkunde, waarin hij een reputatie verwierf als kniespecialist. Als sportarts begeleidde hij de Nederlandse wielerploeg op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. Hij was clubarts van voetbalclub Ajax Amsterdam, waar Johan Cruijff (1947-2016) zijn bekendste patiënt werd.
1899
Lucien Brouha (1899-1968) nam met de Belgische acht met stuurman deel aan de Spelen van 1924 in Parijs. In 1934 op het congres van de Belgische Medische Federatie in Dinant werd hij tot eerste voorzitter verkozen van de ‘Societé Médicale Belge d’Education Physique et de Sports’ (SMBEPS). Twee jaar later emigreerde hij naar de Verenigde Staten waar hij aan het wereldberoemde ‘Harvard Fatigue Laboratory' in 1943 de 'Harvard Step-Test' introduceerde.
Ronald Cove-Smith (1899-1988) speelde bij Old Merchant Taylors en King’s College Hospital RFC in de Engelse rugbycompetitie. Hij werd 29 keer voor het Engelse team opgeroepen waarvan zeven keer als kapitein, met een mooie resultaat van 22 overwinningen. Buiten rugby was hij ook goed in zwemmen en waterpolo. Hij studeerde af als arts aan de Cambridge University en werd vice voorzitter van de British Medical Association.
De Nederlander Frits Kuipers (1899-1943) voetbalde bij Quick Nijmegen en werd vijf keer voor het Nederlands elftal opgeroepen, waarmee hij als aanvoerder brons won op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen. Ook in het roeien stond hij zijn mannetje, zo won hij in 1919 en 1929 de Koninklijke Holland Beker in de twee zonder stuurman. Hij studeerde af aan de Universiteit van Amsterdam en vestigde zich als huisarts in Haarlem. In 1943 verongelukte hij met zijn motorfiets.