1963
Holger Freitag (1963-) werd door het Olympisch Comité van de DDR voor de Winterspelen van 1984 in Sarajevo geselecteerd, waar hij 35ste werd in het schansspringen. Het jaar voordien had hij in het Tsjechische Harrachov de wedstrijd voor de wereldbeker gewonnen. Tijdens het Vierschanzentournee van 1984/85 kwam hij zwaar ten val in Innsbruck en moest hij meerdere keren geopereerd worden. Nadien bereikte hij nooit meer zijn vroegere successen. Na zijn studies Geneeskunde specialiseerde hij zich in Orthopedische Heelkunde en vestigde hij zich in Auerbach.
In de jaren '80 was Simon Hoogewerf (1963-) in Canada haast niet te kloppen op de 800m. Hij verdiende dan ook een selectie voor de Spelen van 1984 in Los Angeles en die van 1988 in Seoel. Op die laatste Olympiade haalde hij de halve finales. Zijn knapste prestatie was de bronzen medaille op het WK indoor van 1991 in het Spaanse Sevilla. In 1986 studeerde hij af aan de University of British Columbia en specialiseerde hij zich in Spoedgevallen. Hij startte zijn professionele loopbaan in het ziekenhuis van Victoria in British Columbia.
Rüdiger Neitzel (1963-) maakte deel uit van de Duitse handbalploeg die zilver won op de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles. Hij werd 124 keer voor het nationale team opgeroepen en scoorde daarin 334 doelpunten, waarvan 21 uit strafworp. Door zijn bikkelhard verdedigen bracht hij ook 102 minuten door op de strafbank. In 1985 en 1988 won hij de Duitse titel met Vfl Gummersbach en in 1985 veroverde hij met dat team ook de Duitse beker. Daarna transfereerde hij naar TSV Milbertshoven, waarmee hij in 1991 de Duitse beker won en het jaar nadien de Europacup. In de Duitse competitie scoorde hij 1.122 treffers in 265 wedstrijden, waarvan 266 uit strafworp. Hij studeerde af aan de Universität Köln en specialiseerde zich in Orthopedische Heelkunde en Sportgeneeskunde, waarna hij zich in München vestigde.
Sam Patten (1963-) was lid van de Australische acht met stuurman die brons won op de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles. Vier jaar later in Seoel finishte hij als vierde in de dubbel scull en nog eens vier jaar later roeide hij met de acht met stuurman naar de vijfde plaats in Barcelona. Op het WK van 1983 was dat achttal goed voor brons. Het hoogtepunt van zijn sportieve carrière was het goud met de Oarsome Foursome op het WK van 1990 in het Tasmaanse Lake Barrington. Na zijn studies Geneeskunde aan de Monash University specialiseerde hij zich in Orthopedische Heelkunde en verhuisde hij naar Engeland waar hij in Oxford in het prestigieuze Nuffield Orthopaedic centre en het John Radcliffe Hospital ging werken en vanaf 2004 aan de Oxford University, met bijzondere interesse voor knie- en heupoperaties.
Birgit Petsch (1963-) eindigde viermaal als tweede en driemaal als derde op het Duits kampioenschap kogelstoten. Op de EK’s indoor van 1982 en 1984 in Milaan en Göteborg werd ze telkens zevende. Ze was ook twee keer Duits jeugdkampioene. Nadat ze afstudeerde als arts specialiseerde zich in Orthopedische Heelkunde met speciale interesse voor voetchirurgie.
In 1989 en 1990 won Stefan Pfrengle (1963-) met Anuschka Gläser (1969-) het Duits kampioenschap kunstschaatsen. Dat laatste jaar werden ze ook negende op het WK in Parijs en vijfde op het EK in St-Petersburg. Na zijn studies Geneeskunde specialiseerde hij zich in Orthopedische Heelkunde en werd hij clubarts van de Deutschen Eislauf Union. Ook zijn vrouw Claudia Leistner (1965-) was een succesvolle kunstschaatster. In 1983 en 1989 haalde ze zilver op het WK, in 1989 de Europese titel en vijf keer kroonde ze zich tot Duits kampioene. Dochter Julia (1995-) trad in de voetsporen van haar moeder en haalde in 2009 de Duitse juniorentitel.
David Phillips (1963-) werd twaalf keer schoolkampioen op de 100 yards rugslag, maar legde zich nadien toe op triatlon. Zo betwistte hij in 2005 de Ironman van Hawaii, werd hij tweemaal voor de USA Triathlon All-American geselecteerd en maakte hij deel uit van het Amerikaanse team voor de ITU World Ironman Triathlon Championships van 2008. In 1989 studeerde hij af als arts aan de Wright State University School of Medicine van Dayton, Ohio. Hij specialiseerde zich in Spoedgevallen, maar switchte enkele jaren later naar Sportgeneeskunde met bijzondere interesse voor voeding, waarover hij heel wat onderzoek deed.
Op de Olympische Spelen van 1980 in Moskou werd Martina Pröber (1963-) tweede in het duiken van de 3-meter plank. Als 12-jarige had ze al twee medailles gewonnen voor de DDR op de Jeugdspartakiade van 1975 en in 1978 haalde ze brons op het EK voor junioren. Door een blessure moest ze het jaar 1981 volledig aan zich laten voorbijgaan, maar in 1982 kroonde ze zich tot kampioene van de DDR. In 1995 studeerde ze af als arts en werd ze in Rostock verantwoordelijk voor de Landesamt für Gesundheit und Soziales von Mecklenburg-Vorpommern.
De zeven kilometer van thuis naar school en terug haspelde de Oostenrijkse Dagmar Rabensteiner (1963-) iedere dag al lopend af, het stond dan ook in de sterren geschreven dat ze later een gedreven marathonloopster zou worden. Nadat ze in 1993 afstudeerde als arts finishte ze dat jaar haar eerste marathon in 3h28. Vier jaar later bleef ze in Firenze met 2h55.19 voor het eerst onder de drie uur. In 1999 eindigde ze in Wenen na 2h49.33 en datzelfde jaar won ze de marathon van Graz in 2h41.46. In 2000 werd ze in Wenen Oostenrijks kampioen met 2h39.08 en haalde ze in de marathon van Amsterdam brons met 2h35.42, waarmee ze het zeventien jaar oude Oostenrijks record naar de annalen verwees. Maar nog was het niet gedaan, in 2003 lukte ze 2h34.35 in Berlijn, maar die chrono was boven de Olympische limiet voor de Spelen van Athene, waarop ze besloot om met competitie te kappen. Na haar studies Geneeskunde specialiseerde ze zich in Inwendige Geneeskunde en Sportgeneeskunde en vestigde ze zich in Wenen.
Scott Strasburger (1963-) speelde American Footbal bij de Nebraska Cornhuskers en werd in 1985 door de Dallas Cowboys gedraft. Hij studeerde af aan het University of Nebraska Medical Center, maar specialiseerde zich aan het University of Tennessee College of Medicine in Orthopedische Heelkunde en aan het American Sports Medicine Institute in Birmingham, Alabama in Sportgeneeskunde. Hij werd staflid Orthopedie aan het University Health Center van de University of Nebraska. Samen met enkele vennoten richtte hij de firma Aryse op, die gespecialiseerd is in de fabricatie van braces.
Full back Jonathan Webb (1963-) speelde 33 wedstrijden voor de Engelse nationale rugbyploeg, waarin hij 296 punten scoorde. Met die nationale ploeg speelde hij de World Cup Final van 1991 en won hij twee Five Nations grand slam titels. In clubverband was hij aangesloten bij Bristol en Bath. Hij studeerde af als arts en specialiseerde zich in Orthopedische Heelkunde en Sportgeneeskunde. In Bristol stichtte hij de Jonathan Webb Clinic, waar hij zich bezig hield met kniechirurgie.
De Duitser Ludwig Weh (1963-) betwistte 28 marathons en 10 triathlons. Nadat hij afstudeerde aan de Universität Erlangen-Nurnberg, bekwaamde hij zich in Orthopedische Heelkunde, Fysische Geneeskunde en Sportgeneeskunde. Hij werd Hoofdgeneesheer van achtereenvolgens de Orthopädischen Universitätsklinik Hamburg-Eppendorf en de Rehabilitationskliniken in Schleswig-Holstein, Bayern, Baden-Württemberg en Hasliberg.